Het omvallen van telecomaanbieders leidt niet tot onrust onder afnemers. Dit stelt de vereniging van telecomgrootgebruikers BTG, die voor de regen van surseances en faillissementen al ‘rare dingen’ zag gebeuren. BTG betreurt het gebrek aan innovatie, dat de sector momenteel typeert.
|
Concurrentie in de telecomwereld is momenteel vergankelijk. Tromp noemt als voorbeeld van een ‘raar verschijnsel’ een bedrijf dat netwerkcapaciteit inkocht bij een concurrent van KPN en alsnog bij dit bedrijf uitkwam. De firma kocht capaciteit in bij Ebone, een Europese uitbater van een glasvezelnetwerk. Vorig jaar werd dit bedrijf door KPN Qwest ingelijfd. De diensten werden uiteindelijk door KPN geleverd. Dochter KPN Qwest had de opdracht blijkbaar doorgespeeld.
Uitwisselen
Dit soort ruilhandel is schering en inslag bij het leveren van vaste dataverbindingen. BTG schrijft dit toe aan de monopoliepositie die KPN op dit gebied heeft, omdat het het uitgebreidste netwerk in handen heeft. De ‘kwaliteitswijzer telecomdienstverleners’ die BTG jaarlijks uitgeeft op basis van een enquête onder de leden wijst uit dat een overgrote meerderheid dataverbindingen afneemt bij KPN (72 procent). Een kwart heeft naast KPN een andere leverancier. Het komt veel voor dat bij een andere partij ingekochte dataverbindingen, door KPN geleverd worden.
Alle partijen zijn afhankelijk van het tempo waarin de voormalige staatsmonopolist de dataverbindingen oplevert. In de praktijk leidt dit tot trage levering en dure verbindingen. Een ander punt waarop BTG stilstand constateert is de dienstverlening van telecomaanbieders in het algemeen. Deze blijken niet beter of slechter te presteren, zo wijst de kwaliteitswijzer uit. Afspraken over verbeteringen die de vereniging met een aantal aanbieders maakte leverden niets op. "Veelal is dit het gevolg van personele mutaties of een wijziging in de prioriteitsstelling van de betrokken partijen", meldt de kwaliteitswijzer.
Sytse van der Schaaf