ZEIST – De snelheid van Internet vormt het voornaamste struikelblok voor de industrie. 46 Procent van de bedrijven met een eigen website klaagt over te lange wachttijden. Dit bleek tijdens de ‘CEO-conferentie Internet, Hoe nu verder?’ die werd gehouden in het kader van het evenement ‘Internet in Business 1996’.
De bijeenkomst was aangekondigd als een discussie tussen leidinggevenden uit de IT-industrie en een selectie uit het topmanagement van het Nederlandse bedrijfsleven. Maar van de negen managers die aan de CEO-conferentie deelnamen, kon alleen Nina Brink, directeur van de Internet-provider World Online, aanspraak maken op de titel chief executive officer. De anderen waren wel iets hoogs, maar zeker geen ceo.
De aanwezige managers discussieerden aan de hand van enige prikkelende stellingen. Leidraad hierbij vormden de resultaten van een onderzoek onder bedrijven met een eigen ‘site’. Deze enquête werd uitgevoerd door het adviesbureau Sibbel & Van Pelt.
Punt van discussie was of Internet aan het eigen succes ten onder zou gaan. "Absoluut niet", zo meenden de managers. Maar die vertegenwoordigden zonder uitzondering ondernemingen zoals IBM, Sun Microsystems en Oracle, die alle belang hebben bij het succes van Internet.
53 Procent begonnen
T.C. Bruyn (IBM Network Computing) dacht niet dat de ontwikkeling van het Internet geremd wordt door opstoppingen op het Net. "Nu staat de meeste informatie nog op ‘webservers’ in de Verenigde Staten. Dat merk je aan de responsetijden. Maar dat wordt snel anders." Bruyn zag zich in zijn opvatting gesteund door een andere uitkomst van de enquête, namelijk dat 53 procent van de bedrijven met een aanwezigheid op het www dit jaar met hun ‘site’ zijn begonnen. Dit zal er toe leiden dat er snel veel inhoudelijk materiaal (‘content’) van Nederlandse bodem komt. Ons land telt thans al zo’n 6000 geregistreerde sites. Voor het onderzoek werden 1200 bedrijven met een site benaderd, waarvan er 232 reageerden.
Morton Hjort, marketingdirecteur van Oracle Nederland, noemde Internet commercieel voldoende aantrekkelijk gelet op de vele investeringen hierin. Hij relativeerde de stelling dat Internet te traag zou zijn. "Het is maar waar je het mee vergelijkt. De krant komt ook maar één keer per dag. En Studio Sport is één keer op zondag", aldus Hjort. "En laat", werd er vanuit de zaal geroepen.
"Netwerken zullen over enige tijd sneller worden," aldus Pieter van Hoogstraten, vice president KPN Multimedia. De verwachting is dat de toegang tot Internet straks net zo snel verloopt als de telefoon. Je krijgt direct een kiestoon. Maar daaraan hangt wel een prijskaartje. Wie kwaliteit wil in de vorm van snelle toegang, zal daar wat extra’s voor moeten betalen." Van Hoogstraten zinspeelde daarmee op een ontwikkeling uit Amerika, waar plannen bestaan om Internet-toegang duurder te maken voor gebruikers die voorrang willen hebben bij de toewijzing van bandbreedte.
Een deel van de discussie ging over de vraag of Internet duidelijk toegevoegde waarde levert. Uit eerdergenoemd onderzoek blijkt dat 67 procent van de bedrijven de website gebruikt om ervaring mee op te doen. 55 Procent doet het om de laatste ontwikkelingen op gebied van het zakelijke www te volgen. 83 Procent vindt dat de aard van het bedrijf vraagt om een eigen website.
Lateraal denken
C. de Bos, vice president Digital Europe, zei dat de voornaamste drijfveer achter Internet thans de mogelijkheid is tot geldbesparing. Het bedrijfsleven moet volgens hem ook eens goed overdenken wat men er precies mee wil doen. Hij riep de zakelijke gebruikers op lateraal te denken. Originele gedachten ontstaan vaak door bepaalde sprongetjes te maken. Zoek het bijvoorbeeld in onverwachte combinaties. De Bos zag grote kansen voor ‘electronic commerce’ als transacties van maximaal 0,2 cent mogelijk worden door heel goedkope betaalvormen.
Tot slot rees de vraag of bedrijven wel voldoende aandacht en tijd aan hun websites besteden. Het gevaar is niet denkbeeldig dat deze sites verloederen en Internet als informatiemedium voor het bedrijfsleven een slechte naam gaat krijgen. 59 Procent van de bedrijven geeft minder dan 5000 gulden uit aan het opzetten van een website. 67 Procent heeft geen budget voor onderhoud. Toch zegt 78 procent van de bedrijven dat de website in de toekomst onmisbaar zal zijn. Volgens T.C. Bruyn (IBM) is het heel belangrijk dat de ondernemingsleiding aangeeft hoe Internet als ’tool’ voor communicatie en marketing het beste kan worden ingezet. Corr.
Alta Vista in Europa
Digital Equipment is in onderhandeling met verschillende Europese telecommunicatiebedrijven om aparte ‘mirror’ sites van haar bijzonder populaire Alta Vista ‘search engine’ te openen.
Europese Internet-gebruikers hoeven dan niet meer de halve wereld rond om toegang te krijgen tot de geïndexeerde informatie van Alta Vista. Hiermee kan de Amerikaanse Alta Vista-site in Palo Alto, die dagelijks 17,5 miljoen keer wordt bezocht, wat worden ontlast.
De computers in Palo Alto kunnen de vraag overigens goed aan, maar de verbindingen zullen bij een verdere toename van het bezoek aan Alta Vista trager worden. Verder ziet Digital commerciële mogelijkheden in het opzetten van ‘mirror’ sites. Door de bestanden elke week te kopiëren en over te zetten naar sites in Europa kan enorm veel verkeer worden gegenereerd. De site kan daardoor aantrekkelijk worden voor adverteerders.
C. de Bos, ‘vice president’ Digital Europe, bevestigde afgelopen maandag de gesprekken. Digital heeft als eerste met het Zweedse telecommunicatiebedrijf Telia een overeenkomst gesloten voor de oprichting van een ‘mirror site’ voor Scandinavië. Ook voor Nederlandse gebruikers kan het interessant worden via de Zweedse Alta Vista zoekacties te ondernemen.