Het Nederlands elftal sneefde tijdens Euro 2000 jammerlijk in de halve finale. Ook voormalig toernooisponsor PSInet struikelt in het zicht van de ‘finale’. In de haast om de slag op de webhostingmarkt te winnen, heeft de infrastructuuraanbieder door forse investeringen zijn hand overspeeld. De torenhoge schuld van drie miljard dollar hangt als een molensteen om zijn nek.
Het kan verkeren. Een jaar geleden presenteerde het Amerikaanse PSInet zich nog trots als een van de sponsors van Euro 2000 en was het verantwoordelijk voor het infrastructurele gedeelte van de website. In oktober opende PSInet een webhosting-center in Amsterdam met een oppervlakte van 10.000 vierkante meter dat plaats biedt aan maximaal negentigduizend computers. Daarna is het snel bergafwaarts gegaan
De inmiddels vertrokken president en ceo Pete Wills verklaarde in oktober dat de investeringsfase was afgerond – zijn bedrijf had in een paar jaar tijd 1,2 miljard dollar gepompt in het glasvezelnetwerk en hostingcenters, en zo’n 75 isp-acquisities gepleegd – en dat nu de tijd was gekomen om geld te verdienen. Krap een maand later moest hij zijn functie neerleggen. PSInet zat zwaar in de verliezen en het geloof in een terugkeer naar winstgevendheid verdween door het negatieve marktsentiment als sneeuw voor de zon. Inmiddels bedraagt de schuldenlast 3,4 miljard dollar, is de kas bijna leeg en zijn de aandelen vrijwel niets meer waard. Opmerkelijk genoeg opende de infrastructuuraanbieder vorige week nog een groot hostingcenter in Geneve voor het aanbieden van internetoplossingen.
Monddood
In Nederland telt PSInet circa 125 medewerkers, waarvan vijfenzeventig op het hoofdkantoor in Hoofddorp en vijftig bij het datacenter in Amsterdam. De Nederlandse vestiging heeft een slot op de mond. Directeur Ron Happel mag geen commentaar geven op de dramatische ontwikkelingen in het afgelopen halfjaar. Hij wil ook niet aangeven of het datacenter in Amsterdam goed rendeert. Eind vorig jaar lag de bezettingsgraad op 15 procent. Volgens planning zou het pand half februari helemaal opgeleverd worden. Bij navraag blijkt dat die verbouwing pas in mei wordt afgerond. Er valt dus nog genoeg capaciteit te verhuren. De grote vraag is natuurlijk of in de huidige situatie nieuwe klanten geworven kunnen worden en wat bestaande klanten zullen doen. Een van die relaties is de financiële dienstverlener Achmea, die een deel van het beheer van zijn websites bij PSInet heeft ondergebracht. "Wij volgen het bedrijf met argusogen", zegt Wim Abuys, directeur it-beleid Achmea. "Mocht het nodig zijn, dan kunnen we er snel weg."
Heeft PSInet kans om te overleven? "Nee", zegt George Peabody, analist van de Aberdeen Group. "Het verkopen van onderdelen, zoals nu gebeurt, zal geen soelaas bieden. Ook zal er geen koper opstaan. De schuld is eenvoudigweg te hoog. De zaak gaat bankroet, waarna de banken kijken of ze nog delen, bijvoorbeeld datacenters of het netwerk, voor een habbekrats kunnen verkopen." Volgens Peabody is de poging van PSInet om meer te zijn dan een hostingbedrijf dat opslagruimte en servers verhuurt jammerlijk mislukt. "De integratie van een eigen netwerk, webhosting en infrastructuurdiensten bleek niet aantrekkelijk genoeg. Dit is een strategische fout van het management geweest. De directie heeft fors geïnvesteerd, onder meer in de overname van de Amerikaanse dienstverlener Metamor, met als idee dat de klanten dan wel zouden komen. Maar ze kwamen niet en de inkomsten bleven uit."
Peabody erkent dat hij een halfjaar geleden nog enthousiast was over de pogingen van PSInet om een complete it-dienstverlener te worden in plaats van een verhuurbedrijf van co-locatie. "De situatie ligt nu totaal anders. Alleen doen wat je goed kan, luidt nu het devies. Concurrent Exodus heeft bijvoorbeeld veel minder geïnvesteerd in netwerkcapaciteit en dienstverlening."