Ericsson heeft met de overname van het Britse Marconi een belangrijke stap gezet richting de integratie van vaste en mobiele netwerken. Ericsson-ceo Carl-Henric Svanberg verklaarde tegenover Computable dat het concern nog een grote efficiencyslag in R&D gaat doorvoeren.
Svanberg was vorig weekeinde aanwezig bij de start van de Volvo Ocean Race in het Spaanse Sanxenxo. De Zweedse specialist in mobiele communicatie sponsort een van de boten die meedoet aan de beroemde zeilrace rond de wereld. De recente overname van Marconi noemt Svanberg een volstrekt voor de hand liggende stap in de toenemende integratie van vast en mobiel. “Marconi is groot in vaste netwerken, wij in draadloze”, stelde de topman. “Die twee bij elkaar brengen is niet zozeer een kwestie van zienerschap, maar van logisch nadenken over de ontwikkelingen in onze markt in de nabije toekomst, en daar vervolgens op anticiperen. Dat we moesten uitbreiden richting vast was duidelijk. Zelf in korte tijd de benodigde kennis opbouwen was simpelweg onmogelijk; deze overname was een eenvoudige manier om een grote stap vooruit te zetten.”
Over de mate en timing van de organisatorische samenvoeging van de twee telecomgiganten wil Svanberg nog weinig concrete mededelingen doen, maar waar mogelijk moet die al op korte termijn beginnen, om te beginnen bij verkoop. “In sales is nauwe samenwerking eerder een kwestie van weken dan van maanden”, aldus de CEO. “Als we onze beide diensten en mogelijkheden gebundeld willen aanbieden, moeten we dat ook doen op hetzelfde moment, bij hetzelfde verkoopgesprek. Dus dat moet zo spoedig mogelijk doorgevoerd. Daarna zullen we zien in welke mate en op welke manier we andere delen van de organisaties kunnen samenvoegen.”
Over Cisco en ‘de Chinezen’
Over mogelijke concurrentie van branchegenoot Cisco maakt Svanberg zich geen zorgen. Op heel besliste toon: “Ze zijn in de eerste plaats partner en toeleverancier, waarbij de rollen helder gescheiden zijn: zij maken en leveren routersystemen die wij in onze infrastructuur gebruiken, wij maken de netwerken. We hebben allebei onze eigen sterke punten; het is een heel ander terrein. Wij hebben geen plannen om big time in hun business te gaan zitten, en ik verwacht dat andersom van hen ook niet.”
De opkomst van het Chinese Huawei geeft Svanberg naar eigen zeggen geen slapeloze nachten. “We weten dat ze gretig, gedreven en goed geschoold zijn, en dat ze hun talen spreken. Maar om onze positie te kunnen bedreigen zullen ze een grote vendor moeten worden in onze business, waar wij wereldwijd de toon zetten met activiteiten in 140 landen. Zo ver zijn zij nog lang niet. Ze zouden het wel kunnen worden, maar ik verwacht dat dat nog minstens tien tot vijftien jaar duurt.” Ook Chinese prijsconcurrentie op productniveau is volgens Svanberg minder een issue dan veel mensen denken. Simpelweg omdat ook Ericsson zelf al veel van zijn productie heeft overgeheveld naar Azië. “Ongeveer 75 procent van wat we maken, kopen we daar al heel scherp in. Als we honderd procent van wat we leveren op Chinees prijsniveau zouden maken, zou dit nog maar slechts zeven tot acht procent schelen. Bovendien zijn de verschillen gezien onze omzetten en economies of scale ten opzichte van de concurrentie feitelijk n� al kleiner dan dat.”
Efficiencyslag in R&D
Toch wil Svanberg niet op zijn lauweren rusten. “Mijn uitgangspunt is: Reinvent yourself every day. Wij zullen nooit marchanderen met ons technologisch leiderschap, maar alles wat we doen, moeten we wel zo efficiënt mogelijk doen.” Een van de gebieden waarop Svanberg nog ruimte ziet, is R&D. “We moeten daar naar een hogere versnelling”, zegt hij. “Bij gelijkblijvende budgetten gaan we daar de komende tijd een efficiencyslag maken, zonder concessies te doen aan ons technologisch leiderschap, maar wel door minder tijd te verliezen in analyses en testfases.” Svanberg verwacht daar veel van: “In andere delen van onze onderneming hebben we de afgelopen jaren enorme efficiencyslagen gemaakt. Met een even grote organisatie als drie jaar geleden zetten we nu vier keer zo veel producten om! Dat is puur te danken aan het vermijden van ‘waste’, het voorkomen dat er energie weglekt. Bij R&D kan dat ook, en dat gaan we doen. We gaan niet meer investeren in R&D, ook niet minder, maar we gaan er wel veel slimmer mee om. Het mooie is: de mensen op R&D zullen er plezier van krijgen. Want zij zullen meer bereiken in minder tijd.”
Leonard van den Berg