Het jargon van automatiseerders staat een goed verloop van veel automatiseringsprojecten in de weg. Dit is de mening van Manja Scholten, directeur Opleidingen van het Diemense bedrijf Raap Informatica. De opleiding Universele Informatiekunde moet IT’ers onder meer leren begrijpelijke taal te spreken.
Het IT-taaltje is een fenomeen op zich. Klanten, journalisten en andere buitenstaanders raken regelmatig de weg kwijt in het met halfbakken Engels doorspekte jargon van de branche. Veel automatiseerders gaan ervan uit dat klanten zich aanpassen aan hun taal. Zo ontstaan veel babylonische spraakverwarringen die kunnen leiden tot misverstanden. Het uit de wereld helpen van dit soort verwarring kost tijd en geld en kan het succes van een automatiseringsproject in de weg staan.
"Automatiseerders gebruiken vaak trendy taal. Hierdoor praten IT’ers en hun klanten vaak langs elkaar heen", legt Manja Scholten uit. Ze vindt dat duidelijke spreektaal, zonder mooipraterij of modieuze terminologie, noodzakelijk is voor een vlekkeloze uitvoering van een project.
Transparant
De opleiding Universele Informatiekunde streeft naar een transparante taal. Automatiseerders leren tijdens deze educatie de taal van de gebruiker te hanteren. "Als bijvoorbeeld een financiële instelling spreekt over ‘relaties’, dan moeten automatiseerders niet over ‘klanten’ beginnen", aldus Scholten.
Het opleidingsinstituut van Raap probeert programmeurs, analisten en systeemontwikkelaars hiervan te doordringen. "Wij hanteren het beginsel dat automatiseerders elke situatie onder woorden moeten kunnen brengen. Daarbij dienen ze concrete voorbeelden te hanteren. Mensen spreken vaak in algemeenheden; dat is wel zo veilig. Informatie-analisten mogen hiermee geen genoegen nemen. Ze moeten altijd naar concrete voorbeelden vragen. Verder streven we naar reproduceerbaarheid van elke handeling. Analisten moeten handelen volgens vaste voorschriften die in alle situaties toepasbaar zijn. Als iemand een fout maakt, dan is gemakkelijk te achterhalen waar het verkeerd is gegaan."
Scholten illustreert haar betoog met een concreet voorbeeld; ze wijst op het millenniumprobleem. "Een deel van de onvolmaaktheden is niet terug te vinden vanwege de slechte documentatie. Als de programmeurs met concrete voorbeelden hadden gewerkt, zoals het invoeren van persoonsgegevens of polissen, dan is het niet ondenkbaar dat ze erachter waren gekomen dat de tweecijferige codering problemen zou opleveren. Ze hadden ingezien dat iemand niet in het jaar 00 geboren kan zijn. Bovendien zou de documentatie beter zijn, hetgeen de aanpak van het probleem makkelijker maakt."
Tijdwinst
Deze opleiding tot informatie-analist richt zich met name op mensen die klanten, zoals banken of verzekeraars, bijstaan bij automatiseringsprojecten. De werkwijze, waarbij de analisten continu vragen naar concrete voorbeelden, vergt wel tijd en geduld van de klanten, erkent Scholten. "Achteraf boekt de klant toch tijdwinst, want ze hoeven het systeem alleen te testen op eventuele menselijke fouten. Normaliter testen ze aan de hand van concrete voorbeelden. Bij onze aanpak is dit onnodig, omdat het geheel is gebouwd op dit soort voorbeelden."
Automatiseerders melden zich nog niet in groten getale aan voor deze onconventionele opleiding. Slechts een paar honderd mensen hebben de opleiding gevolgd bij een van de aanbieders. Ook een aantal hogescholen besteedt aandacht aan het vak. "Ach, de mensen moeten zelf het nut ondervinden. Ik voel ook niets voor grote reclamecampagnes. Ik geloof meer in mond-tot-mond-reclame."