Wat is Computer Associates (CA) toch een opmerkelijk bedrijf. Ik denk dat er in de hele IT-industrie geen equivalent te vinden is, al is het alleen al omdat bedrijven met eenzelfde roofdiermentaliteit reeds door CA verslonden zijn.
Ik was dan ook verbaasd en enigszins teleurgesteld om te lezen dat Charles Wang is teruggetreden als hoogste baas van CA, na een succesvol bewind van vele jaren. Het blijkt dat CA’s recente resultaten nogal tegenvielen en dat de tijd rijp is voor een herstructurering. Het nieuwe management staat nu voor het probleem welke koers te kiezen. Er zijn maar weinig bedrijven met zo’n divers productassortiment en er is geen enkel bedrijf met zo’n groot aantal verschillende producten.
CA is begonnen als één van de vele softwarehuizen die profiteerden van de zwaktes in de beheertools voor IBM’s onhandige mainframe-besturingssystemen. Deze softwarehuizen produceerden veelal mainframe-georiënteerde software waarop gebruikers licenties namen om hun beheerproblemen te verzachten. Die gebruikers waren zeer gesteld op hun IBM-systemen en gingen dus op zoek naar aanvullende producten in plaats van alternatieven – totdat Unix volwassen werd. De beschikbaarheid van deze aanvullende software was ook goed voor IBM, omdat de belangrijkste alternatieven hierdoor een stuk minder aantrekkelijk werden. Geen van deze alternatieven had een marktaandeel dat voldoende groot was om de derde-partij-leveranciers bij IBM weg te lokken.
De markt voor mainframe-producten van derden was zeer groot, maar er was ook veel concurrentie. Er waren veel grote bedrijven die concurrerende producten verkochten. Dit ging jaren zo door, maar IBM’s eigen beheertools werden steeds beter en door de vooruitgang van Unix en PC’s ontstonden nieuwe alternatieve markten. Dit zorgde natuurlijk voor de nodige financiële problemen, omdat de specialistische kennis die nodig is voor het ontwikkelen en verkopen van tools voor VM, VSE en MVS – en ook Cics, Vtam, DB2 en dergelijke – niet direct kon worden gebruikt voor de nieuwe markten, noch technisch, noch commercieel. Er zijn maar weinig bedrijven die goed vertegenwoordigd zijn in de mainframe-markt, de Unix-markt én de PC-markt.
Ik weet niet of CA de eerste was, maar ze waren zeker de agressiefste en profiteerden slim van de veranderingen. Ze continueerden hun bestaande producten, maar stopten tegelijk al hun energie in het overnemen van bedrijven die bijna failliet waren – tegen zeer lage prijzen. Vervolgens reduceerden ze ontwikkeling tot onderhoud; bestaande gebruikers konden niet zo snel overstappen op een ander product en waren gedwongen nog jarenlang hoge onderhoudskosten te betalen.
CA is erin geslaagd deze heldere tactiek jarenlang vol te houden. Omdat de industrie zich steeds verder ontwikkelt, is er een gestage stroom verouderde bedrijven die overgenomen kunnen worden. Vandaar ook CA’s enorme productassortiment. Er is natuurlijk een grote overlap tussen de verschillende producten, maar dit heeft geen gevolgen voor CA, omdat de meeste producten alleen nog maar onderhouden worden; slechts een klein aantal producten wordt voortdurend verbeterd.
Veel bedrijven zagen CA op zich af komen en probeerden de overname te vermijden; sommige ondernemingen, zoals Legent en Sterling, pasten hetzelfde principe toe en groeiden door acquisitie. Maar op het laatst werden ook zij door CA opgeslokt, waardoor de productcatalogus tot ongekende dikte steeg.
Door de omvang heeft CA zich ook met succes in de Unix-arena begeven. CA’s eigen beheertool, Unicentre, is zeer succesvol. En toch kan dit succes een probleem betekenen voor het nieuwe management. Het is immers moeilijk om een dynamisch product als Unicentre in leven te houden terwijl zoveel legacy-producten een sluimerend onderhoudsbestaan leiden.
CA heeft in de Unix-wereld dezelfde technieken toegepast als destijds in de mainframe-wereld. De Unix-markt is veel jonger dan de mainframe-markt, maar toch zijn er ook in de Unix-markt veel bedrijven die eerst snel groeiden en daarna in de problemen kwamen toen de markt tegenzat. Dit was met name in de database-arena het geval. CA profiteerde ervan en kon zo Cullinet en Ingres overnemen.
CA’s achilleshiel bleek de PC te zijn. De PC-softwaremarkt is één van de grootste sectoren en kent duizenden bedrijven die komen en gaan (hier overdrijf ik waarschijnlijk een beetje). Op het eerste gezicht is dit een ideale situatie voor CA-overnames, maar het probleem met deze producten – waarvan sommige redelijk en de meeste afschuwelijk zijn – is dat niemand ze wil houden. Er zijn geen onderhoudsopbrengsten, en dat is nu juist de sleutel tot CA’s mainframe-strategie. PC-producten hebben voor CA geen enkele waarde. Microsofts monopoliestrategie was de juiste strategie om CA buiten de PC-markt te houden.
Ik denk dat de volgende acties van CA in het post-Charles Wang tijdperk zeer interessant zullen zijn. Wellicht zal Linux in CA’s toekomstplannen een grotere rol spelen.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal IT-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.