In de vorige aflevering in deze serie kwam de Indiase it-sector als geheel aan bod. De historie en de huidige stand van zaken met de uitdagingen, de kansen en onderlinge verhoudingen. De gehele sector en de individuele bedrijven worden bemenst door grote aantallen it-professionals. Over hen gaat dit artikel. Wie zijn zij, waar komen ze vandaan, wat houdt hen bezig en hoe anders dan hun Nederlandse collega's zijn zij?
Een it-professional in India lijkt in de meeste opzichten sprekend op zijn Nederlandse collega. Gemiddeld een fractie jonger lijkt mij. Met evenveel passie voor zijn vak. Of haar vak natuurlijk: het percentage vrouwen in de Indiase it is ogenschijnlijk een tikje groter dan in Nederland. Het percentage werkende vrouwen in de grote steden in India ligt overigens onder de 15 procent en it steekt daar ook weer niet slecht bij af.
Ook Indiase it’ers zijn introverter dan de gemiddelde persoon. Scheldend op de computer als de compiler code weer eens afkeurt. Bescheiden als het gaat om de eigen prestaties. Beetje klagend over sales die het onmogelijke beloofd zonder verstand van zaken te hebben of zelfs maar te overleggen. En ook hier in India gaan mensen bij een presentatie grotendeels achterin zitten en is het enthousiasme om tijdens presentaties handen op te steken of anderszins mee te doen beperkt tot een enkeling.
Voor wat het waard is: de grootste response van al mijn zestien presentaties kreeg ik toen ik de zaal vroeg of India ‘a land of patience’ genoemd zou kunnen worden. De zaal barstte uit in uitbundig schaterlachen. Nog harder dan toen ik een foto liet zien van een kokende man – op zich ook aanleiding tot grote hilariteit.
Niet ontsnapt
In tegenstelling tot mijn verwachting is de it’er in India niet iemand die aan de armoede ontsnapt is dankzij it – en daarmee tot het bot gemotiveerd en bereid de raarste klussen te doen op de gekste tijdstippen. De meeste it’ers in India zijn afkomstig uit de middenklasse, zijn gewend aan betrekkelijke welstand en hebben dankzij het geld van hun ouders een universitaire opleiding kunnen doen. Een baan bij de overheid was wellicht hun lonkend perspectief geweest als ze niet de it in waren gegaan.
Hun levensstandaard is redelijk vergelijkbaar met de onze; een lager inkomen maar ook veel lagere prijzen, behalve voor geïmporteerde goederen zoals elektronische apparatuur en benzine waarvan de prijzen als percentage van het inkomen aanzienlijk hoger liggen dan bij ons. Het inhuren van huishoudelijk hulp is – zoals een vrijgezelle account manager mij vertelde met een mengeling van gêne en triomf in zijn stem – zeer betaalbaar. Soms lijkt de Indiase maatschappij een paar verschillende plateaus qua inkomen te kennen, niet een glijdende schaal. Het plateau dat denkt in tienduizenden roepies per maand (de it’ers) kan de diensten van het plateau van tientallen roepies per dag eenvoudig inhuren – bijvoorbeeld taxi’s, schoonmaak, koken. Salarissen for software engineers starten zo’n beetje rond de 20k roepies en lopen op tot boven 1 Lakh (100k) roepies per maand (300 tot 1400 euro), ook afhankelijk van de stad: Mumbai en Bangalore zijn aanzienlijk duurdere steden om te leven dan bijvoorbeeld het opkomende Pune, en dat zie je terug in de salarissen.
De Indiase it’er zoekt net als wij naar een gezonde werk-privé balans en niet een onbeperkt flexibele werkdag. Een typische werkdag duurt van 9.30 tot 18.00 uur. De spits is in de meeste steden pittig – maar vergeleken met Nederland aanzienlijk later op de ochtend. Werk naar huis meenemen of zelfs dagen thuiswerken is niet populair of breed gebruikelijk. De angst bestaat dat dan almaar meer inspanningen worden verwacht. Daarnaast zijn de apparatuur (veelal al wat oudere desktop pc’s in plaats van laptops) en infrastructuur (niet iedereen heeft een dure breedband internet-aansluiting thuis) een remmende factor. De beveiliging speelt ook een rol: gegevens van de (westerse) klant mogen niet zomaar bij medewerkers thuis terecht komen.
De werktijden liggen wel even anders voor mensen in it-operations die verantwoordelijkheid hebben voor 24/7 systemen. Over hen werd mij verteld dat hier en daar problemen de kop opsteken wat betreft hun fysieke conditie als gevolg van het langdurig in ploegendienst meedraaien en buiten hun biologische eigen tijdzone werken. Gezondheid is sowieso een belangrijk thema in de snel verwesterende samenleving: gezonde snacks, dieet-programma’s en fitnessclubs worden actief onder de aandacht gebracht, als tegenhanger tegen ongezonder eet- en leef-patronen.
Indiase it’er is een ex-pat
Lang niet alle it’ers in Bangalore, Hyderabad en welke it-hotspot dan ook zijn afkomstig uit de stad waar ze werken, of zelfs maar uit de buurt van die stad. De meeste it’ers die ik gesproken heb kwamen van elders, vaak van ver weg. India is enerzijds één groot land met een centrale overheid. Anderzijds is India een gebied zo groot als Europa met meer staten dan Europa landen heeft en een zelfde verscheidenheid in keuken, traditie, kleding en ook taal als Europa. Een Indiase softwareontwikkelaar in Hyderabad of Bangalore die afkomstig is uit Kerala of Tamil Nadu is vergelijkbaar met een ontwikkelaar uit Polen die in Parijs werkzaam is. In een ander land met een andere taal, ander eten en andere gewoontes.
Veel van de ontheemde it’ers spraken over een soort van heimwee en een nog vaag plan om ooit terug te gaan naar hun eigen stad. Ze voelen zich ex-pats die tijdelijk vanwege werk ver van huis woonachtig zijn. En in die vreemde omgeving zoeken ze bij voorkeur landgenoten op met wie ze tijdens de lunch of af en toe na werk in hun eigen taal van het eten uit hun streek genieten.
Ik heb enorm onderschat hoezeer Engels voor de Indiase it-professional een vreemde taal is. Weliswaar een bekende taal die veel in het dagelijkse leven voorkomt, maar niet de ‘moerstaal’. Engels is een soort compromis wanneer in India gesprekspartners uit verschillende regio’s komen. De poging van de centrale overheid om van Hindi de gemeenschappelijke taal te maken is niet gelukt en Engels vervult die rol nu zo’n beetje.
De beheersing van het Engels is van nogal wisselend niveau. Ons beeld wordt deels bepaald door verstaanbaarheid in onze Westerse oren van de Indiase uitspraak van het Engels. Maar bij nadere beschouwing zijn Engelse grammatica en vocabulaire van veel van mijn contacten vergelijkbaar met die van Nederlandse it’ers, inclusief steenkolenconstructies en cliché-uitdrukkingen. Het gebrek aan Engelse taalbeheersing is een extra drempel in de communicatie. Daarnaast kan ook de Indiase professional – net als de Nederlandse, wat kortaf of zelfs lomp overkomen door puur een onvermogen om de juiste nuance tot uitdrukking te brengen.
Zelfbewustzijn
Mijn kleine steekproef geeft mij een beeld van it’ers die qua actualiteit van hun kennis bepaald niet voorop lopen. Misschien doordat westerse opdrachtgevers vooral bulk-werkzaamheden en activiteiten aan legacy-systemen en dito technologie in India onderbrachten is er weinig noodzaak of gelegenheid om de nieuwste technologie toe te passen. In elk geval sprak ik vooral met professionals met een solide kennis van versies en componenten die jaren geleden gangbaar waren.
De ontwikkeling wordt ook geremd door een gebrek aan (internationale) contacten met peers: interne afstanden binnen India zijn groot en de onderlinge concurrentie is vrij scherp waardoor gebruikersgroepen met deelnemers van verschillende bedrijven moeizaam van de grond komen. Verder zijn de kosten voor reizen naar de VS of Europa erg hoog.
De vraag werd me veel gesteld om richting aan te geven: ‘in welke richting kan ik me het beste gaan ontwikkelen en hoe kan ik dat aanpakken?’ Veel mensen hebben wel de drive om een volgende stap in hun ontwikkeling te maken, maar geen idee hoe ze dat moeten doen. Zelfbewustzijn en vakmatige trots zijn overigens wel volop aanwezig. Ik kwam vaak tot open, gelijkwaardige gesprekken waarin we het soms roerend eens waren en soms wat professioneel stonden te kibbelen en waarin we vaak over en weer de overeenkomsten herkenden. Ik heb veel kunnen lachen met mijn vakbroeders uit India.
Echte internationale profilering voor de Indiërs is moeilijk. Door gebrek aan contacten, door de beperkte taalbeheersing, een gemiddeld nog grotere bescheidenheid dan onder Nederlandse it’ers en door het feit dat – en ik schaam me daar een tikje voor – in westerse ogen de Indiase namen en gezichten moeilijk onderling te onderscheiden en goed te onthouden zijn.
In India is het tekort voelbaar aan it’ers met relevante ervaring. Dit leidt tot een bijna lineaire relatie tussen ervaring en salaris. Iemand met tien jaar ervaring verdient zo’n beetje het dubbele van iemand die vijf jaar op zijn conto heeft. En tot een heftige strijd tussen it-bedrijven: de enige plek om medewerkers met ervaring te vinden is bij de concurrent. Veel banen komen met een start-bonus of tekengeld van enkele maandsalarissen. Naar verluidt is de Indiase it-professional sterk geld-gedreven en is een klein beetje meer salaris al snel reden voor overstappen.
Kortom
In India zijn ze gemiddeld denk ik niet slimmer, harder werkend of meer gemotiveerd – en ook niet dommer, luier of minder gemotiveerd. We spreken dezelfde taal, lachen om dezelfde dingen en richten onze levens op sterk vergelijkbare manier in. De it’ers die ik in India tegenkwam zouden zomaar mijn collega’s kunnen zijn.
Deel 1 tot en met 5
IT-tour door India: 6 steden bezoeken (1)
IT-tour door India:) New Delhi is vlakbij (2)
IT-tour door India: Contrastrijk (3)
IT-tour door India: Verleden, heden en toekomst (4)
IT-tour door India: De IT-sector (5)
In twee weken door India
Computable-expert Lucas Jellema van Oracle-dienstverlener Amis reist de komende weken door India om kennis te maken met de laatste stand van de ict-industrie in het land. Hij reist op uitnodiging van de All India Oracle User Group. Als tegenprestatie houdt hij presentaties. Jellema doet hier verslag van zijn belevenissen.