Technika10 Nederland probeert al twintig jaar kinderen, in het bijzonder meisjes, te interesseren voor techniek en ict. Ieder jaar is het weer spannend of er voldoende financiën zijn voor het uitvoeren van alle activiteiten.
“In ons land is slechts 15 procent van de bètastudenten vrouw. Nederland staat onderaan in de internationale ranglijst als het gaat om het aantal vrouwen in de techniek. De overheid vindt wel dat meisjes en vrouwen moeten worden aangemerkt als speciale aandachtsgroep, maar trekt daar vervolgens geen extra geld voor uit. Voor organisaties als Technika10 is geen subsidie”, zegt medeoprichter en directeur van Technika10 Nederland Mieneke Knottenbelt.
Tot 2004 kreeg Technika10 Nederland een basissubsidie indirect via het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW). Deze subsidie bedroeg 15 procent van de begroting. Het stelde ons in staat lesmateriaal en lesmethode te innoveren én we konden betaalbaar werken voor onze (zeker niet rijke) afnemers in onderwijs en welzijnswerk.. Nu kiest het ministerie voor een gedecentraliseerde aanpak, beschreven in het deltaplan BètaTechniek. Dit plan gaat ervan uit dat de attitude ten opzichte van bèta al op jonge leeftijd en op scholen wordt bepaald. Daarom krijgen 2500 basisscholen in 2010 12.000 euro die ze vrij kunnen besteden aan techniek en onderzoekende vaardigheden. Inmiddels hebben 1330 scholen het geld gehad.
Gevolg voor Technika10 Nederland is dat de organisatie een commerciële organisatie moet worden naast andere educatieve uitgevers. Knottenbelt: “Dat is lastig, omdat wij een ideële organisatie zijn. Afnemers van de producten van onze organisatie gaan daarvan uit”. De landelijke organisatie verwerft nu haar gelden via opdrachten vanuit het bedrijfsleven, sponsors en het verkopen van lesmateriaal en cursussen.
Expertise
Knottenbelt zou graag zien dat de overheid vaker gebruik maakt van de expertise die Technika10 Nederland in huis heeft. Het platform Bèta/Techniek die de subsidies beheert kiest voor de andere aanpak. “Hoe goed organisaties hun werk ook doen of hoe belangrijk ze ook zijn, wij willen daar geen kwalitatief oordeel over uitspreken. Overigens financieren we wel activiteiten van Technika10 Nederland, maar kennen we geen structurele subsidies toe aan intermediaire organisaties. Wij richten ons op de vraag van scholen”, zegt voorlichter Rolf Schreuder. Volgens Knottenbelt betrof het een eenmalige financiering van twee relatief kleine projecten, samen goed voor 5 procent van de begroting in 2006. Ze heeft ondanks de financiële onzekerheid toch vertrouwen in de toekomst: “Leerkrachten en leerlingen werken graag met onze lesmethode”.