De private doorstart van het zogeheten landelijk schakelpunt (LSP) is nog niet zeker. Het bestuur van de stichting Nictiz, beheerder van de infrastructuur van het landelijk EPD, besluit deze week of nieuwe financiële garanties toereikend zijn voor een doorstart. De extra garanties komen van enkele koepelorganisaties van dienstverleners in de zorg.
Het bestuur van Nictiz kreeg het aanbod van extra garanties op donderdagavond 8 december 2011. 'We bekijken nu of de geboden garanties voldoende zijn om daadwerkelijk door te gaan met de infrastructuur in 2012. Als dit het geval is, verwachten we daar een bestuursbesluit over in de loop van deze week', zegt woordvoerder Geert-Jan Cath van Nictiz.
In het bestuur van Nictiz zitten Henk Bosma, Bas van den Dungen, Ruud Hopstaken en Greet Prins. Twee van hen hebben een ict-achtergrond. Bosma is voormalig bestuursvoorzitter van PinkRoccade, Hopstaken is vice-voorzitter van de raad van bestuur van het Amsterdamse ziekenhuis AMC en heeft daar ict in zijn portefeuille. De resterende twee bestuurders komen uit de zorg.
Stekker
De bestuurders van Nictiz besloten op 8 november 2011 de stekker uit het landelijk schakelpunt te trekken. Directe aanleiding was een gat in de begroting voor het beheer van de infrastructuur in 2012. Een garantstelling door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werd door minister Edith Schippers afgewezen.
Met het uitschakelen van de infrastructuur is bijna de gehele investering in het landelijke EPD weggegooid geld geweest. Van de infrastructuur is vrijwel niets herbruikbaar. Het stoppen van het landelijk schakelpunt betekent dat de banen van zestig van de honderd Nictiz-medewerkers komen te vervallen.
Onvoorwaardelijk
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil het landelijk schakelpunt – en daarmee het landelijke EPD – behouden. De extra garanties van de koepelorganisaties van zorgverleners zouden dit mogelijk moeten maken. Het Nictiz-bestuur besloot het landelijk schakelpunt te staken toen bleek dat de noodzakelijke 7,2 miljoen euro slechts voor een bedrag van 6,6 miljoen euro onvoorwaardelijk was toegezegd door aangesloten huisartsen, huisartsenposten, ziekenhuizen en apothekers.
