De Nasdaq moest op het drempel van het lange Paasweekeinde voor de tweede dag achtereen terrein prijsgeven. De schermenbeurs sloot 62 punten lager op 3643 punten. De verliezers van gisteren bleken ook de verliezers van vandaag.
Zowel IBM als Intel moesten wederom inleveren, na de minder rooskleurig dan verwachte kwartaalcijfers. IBM verloor 2,25 dollar en kwam uit op 102,75 dollar. Intel sloot op zijn beurt 3,80 dollar lager en eindigde op een kleine 116 dollar.
Toch mogen de handelaren en beleggers niet ontevreden zijn, zo vlak voor hun welverdiende rustdagen. Over de gehele linie sloot de Nasdaq deze week 9 procent hoger, ondanks de verliezen van woensdag en donderdag. In ieder geval is de schade van de dramatische vorige beursweek deels goedgemaakt, maar de technologiebeurs is nog lang niet in de buurt van het record van 10 maart, toen de Nasdaq boven de vijfduizend punten koerste.
Apple scoorde goed. Beloond voor zijn beter dan verwachtte kwartaalcijfers boekte de computerproducent een winst van 88 dollarcent per aandeel. Vooraf rekenden de financieel analisten nog op 81 cent, maar uiteindelijk sloot het aandeel op een kleine 119 dollar. Ook softwareconcern Microsoft, dat nabeurs met zijn kwartaalcijfers kwam, kon in eerste instantie een winst noteren van het aandeel met 0,43 dollar. Maar uiteindelijk sloot dit aandeel op een plus van 0,41 dollar en dat was minder dan aanvankelijk werd verwacht. Het is nu afwachten hoe de beleggers na het Paasweekeinde op het aandeel Microsoft zullen reageren.
Opvallend was de positie van softwareproducent Legato Systems. Mogelijk wordt dit bedrijf van de Nasdaq verwijderd, omdat het over jaar 1999 nog steeds geen jaarcijfers heeft ingeleverd. Daarmee wekt Legato op zijn minst de indruk dat het geen jubelcijfers achter de hand heeft.