De financiële prestaties van de grote serverfabrikanten loopt nogal uiteen. Sun doet het heel goed op een groeiende markt. Andere staan in de schaduw.
Serverleverancier Sun kan zich verheugen in het veroveren van terrein in de groeiende markt voor zware systemen. Vorige week bracht het bedrijf de resultaten voor zijn eerste kwartaal van het fiscale jaar naar buiten. Zowel omzet als winst stegen fors, aanzienlijk meer dan bij concurrenten IBM, HP en Compaq. Deze groei komt door de gestegen verkoop van servers, aan zowel traditionele bedrijven als nieuwe Internet-ondernemingen.
Concurrent IBM komt relatief slecht uit de verf. De omzetgroei van dat bedrijf was de helft van wat Wall Street-analisten hadden verwacht, terwijl de winst precies overeenkwam met de voorspellingen. Dit kon het tij echter niet keren; de aandelenkoers van de computerreus maakte na de bekendmaking van deze cijfers een buiteling van bijna 20 procent.
IBM wijt de tegenvallende financiën aan componententekorten – waardoor het niet aan de grote vraag naar met name chips kan voldoen – en aan een moeizame verkoop van software. De resultaten van het bedrijf zijn al drie kwartalen onder de maat.
De verkoop van hardware, waaronder servers, lag het afgelopen kwartaal met 4,2 procent boven het behaalde bedrijfsgemiddelde van 3 procent. De omzet uit die activiteit kwam uit op 9,5 miljard dollar, wat voornamelijk was te danken aan de verkoop van mobiele computers, Unix-servers en schijf-opslagsystemen.
De divisie voor bedrijfskritische computersystemen zag de omzet namelijk met 7 procent dalen naar 2,4 miljard dollar. Één van de oorzaken hiervoor is de langverwachte komst van de nieuwe generatie S/390-mainframes, codenaam Freeway. Klanten stelden aankopen uit; in afwachting van hetzij die 64-bit machines, hetzij het afprijzen van de huidige modellen.