America Online (AOL) laat toch de strijd voor open toegang tot kabelnetwerken vallen nu het zelf een kabelinfrastructuur bezit. De online-dienst verzekerde bij de overname van mediaconcern Time Warner dat het zou blijven lobbyen voor open toegang.
Het twistpunt is de vrees van Internetleveranciers en informatieaanbieders dat zij voorbijgestreefd worden door telecombedrijven die hogesnelheids kabelnetwerken bezitten. Diverse bedrijven lobbyen in de Verenigde Staten voor wetgeving die kabelmaatschappijen moet verplichten andere bedrijven tegen betaling toe te laten op hun netwerken.
De voorstanders van open kabeltoegang streven naar een situatie die vergelijkbaar is met de relatie tussen KPN en concurrenten als Libertel en Telfort. Die bedrijven huren capaciteit op het netwerk van de voormalige overheidsmonopolist, die verplicht is zijn capaciteit te delen.
AOL was één van de felste voorvechters van open toegang tot kabelnetwerken. Toen het bedrijf Time Warner overnam, spraken critici direct al hun twijfels uit over de voortzetting van die strijd door AOL. De online-dienst haastte zich deze onrust te ontkennen, maar lijkt nu toch te doen wat de sceptici hadden verwacht.
Volgens AOL zelf is dit niet het geval. Het bedrijf acht overheidsingrijpen simpelweg niet meer wenselijk. Samen met het ingelijfde Time Warner zet AOL nu een reeks vrijwillige principeregels op die meerdere Internetaanbieders moet toelaten op zijn kabelnetwerk. Critici plaatsen vraagtekens bij deze zelfregulering.