Intel verwijt Sun Microsystems onvoldoende inzet te tonen voor zijn aanstaande eerste 64-bit processor Itanium. De computerfabrikant vertaalt zijn Unix-variant Solaris naar de IA-64 chiparchitectuur, maar doet dat volgens de chipproducent nogal rustig aan.
Vertegenwoordigers van Intel uiten kritiek op Suns gebrek aan steun voor het aantrekken van partners. Bovendien zou de systeemfabrikant niet genoeg investeren in de ontwikkeling van de eerste IA-64 computers.
Deze harde woorden vielen op de ontwikkelaarsconferentie van Intel die deze week plaatsvindt in Palm Springs (Californië). Daar zei Paul Otellini, vice-president van de chiparchitectuur-groep, dat hij nog niet bepaald momentum bespeurde rondom Solaris voor Itanium.
"We hebben nu het punt bereikt waar wij alleen de puur contractuele verplichtingen met Sun zullen vervullen. Klanten die zich hebben verbonden aan Solaris op Itanium zullen we nog wel ondersteunen", aldus de topman. "Maar we gaan ons niveau van toewijding aanpassen aan dat van Sun en zullen onze energie op andere zaken richten", haalt Otellini uit. Het contract tussen Intel en Sun om besturingssysteem Solaris te vertalen voor IA-64 stamt nog uit december 1997. Twijfels over deze overeenkomst zijn al minstens zo oud.
Analisten speculeren dat Suns steun voor IA-64 een kwestie van vorm is en niet van inhoud. Cynici redeneren dat dit schijnbare meegaan met het bekendere Intel-platform Sun een voet tussen de deur gaf bij meer klanten, om vervolgens de voordelen van de eigen Sparc-processoren uiteen te kunnen zetten.
Solaris functioneert al geruime tijd in een speciale uitvoering op Intels 32-bit processoren. Computerleveranciers als Fujitsu-Siemens, Dell, Toshiba, Amdahl en NCR rusten hun machines uit met die systeemsoftware. Tot op heden heeft echter alleen NCR zich bereid verklaard ook Itanium-systemen met Solaris te verkopen.