Na de uitspraak van de federale rechter in de antitrustzaak van de Amerikaanse overheid tegen Microsoft, wacht de veroordeelde softwaregigant uit Redmond waarschijnlijk een hele berg aan claims van oem’s (original equipment manufacturers) en zakelijke klanten.
Rechter Thomas Penfield Jackson oordeelde gisteren dat Microsoft antitrustwetten heeft gebroken door zijn webbrowser Internet Explorer te bundelen met het besturingsprogramma Windows. Bovendien meent Jackson dat de onderneming de kosten daarvan heeft afgewenteld op de consumenten via de royalty-prijzen die ze berekende aan de oem’s. Nu de handelswijze van Microsoft illegaal is bevonden, is de kans groot dat oem’s en klanten zich weinig meer gelegen laten liggen aan de prijsafspraken die met de onderneming zijn gemaakt. Het argument dat die ‘met het mes op de keel’ zijn gemaakt en dat de klanten nooit hebben gevraagd om Internet Explorer, lijkt nu immers behoorlijk legitiem.
Hoewel dat argument kan worden gebruikt door zowel bestaande als nieuwe klanten, menen analisten dat het vooral voor nieuwe aankopen zal gelden. De huidige gebruikers van Windows zullen zich over het algemeen loyaal tonen, zo is de verwachting. Maar bedrijven en oem’s zullen alle kansen die er zijn op het verlagen van de kosten te allen tijde aangrijpen. Het is daarom niet denkbeeldig dat Microsoft door veel klanten zal worden benaderd om Explorer uit het Windows-pakket te verwijderen en daarbij geld terug te geven.