De Nighthawk-II-serveronderdelen voor de Unix RS/6000-lijn komen al in juli of augustus dit jaar uit, en niet pas eind dit jaar, zoals IBM eerder had laten weten. De nieuwe processor-knooppunten maken gebruik van de Power3-III-processor met een kloksnelheid van rond de 500 MHz.
In een Nighthawk-II-knooppunt zijn vier tot zestien processoren op te nemen. De Power3-III gebruikt dezelfde Cmos-8s koper- en soi-technieken (silicium-op-isolatie) als de I-Star-processor, die eind september in de AS/400 zal verschijnen.
De verkoop van zware serversystemen zit in het slop, omdat iedereen weet dat fabrikanten binnenkort met verbeterde en snellere systemen uit zullen komen. Door het product al in juli of augustus aan te kondigen, kan IBM in de zomer klanten werven, voordat de systemen in september uiteindelijk verstuurd zullen worden. In dat licht kon het voor Big Blue geen kwaad om nu al een klein tipje van de sluier op te lichten.
Er gaan ook geruchten dat de S80-serversystemen een I-Star-processor krijgen. IBM heeft al op meerdere beurzen laten weten dat het werkt aan een 560 MHz-versie van de I-Star, die goed in de S80 op te nemen is. Op zich zijn fabrikanten van smp-systemen (symmetric multiprocessing) niet echt gebrand op snellere processoren, omdat de prestatieverbetering van de individuele chip in de massa geclusterde processoren niet tot uitdrukking komt. Toch zal IBM de snellere I-Star naar voren duwen, omdat het bedrijf met deze chip zichzelf onderscheidt van Sun, HP en Compaq.
Begin volgend jaar komt IBM waarschijnlijk uit met de opvolger van de I-Star, de S-Star. Deze processor is de laatste nakomeling uit de 64-bits PowerPC generatie, die in 1997 begon met de Apache-chip. De S-Star haalt met IBM’s nieuwe koper- en soi-techniek een kloksnelheid van 660 MHz. In de tweede helft van 2001 komt de eerste Power4-processor uit. Er is een grote kans dat IBM de Pulsar, I-Star, S-Star en Power4 servers tegelijkertijd gaat aanbieden, net zoals Intel de Celeron, Pentium III en Pentium III Xeon tegelijkertijd levert.