Europa dreigt op ICT-gebied steeds verder achter te raken op de Verenigde Staten. De kloof is de afgelopen jaren in ieder geval groter geworden. Dit blijkt uit een rapport van strategie-adviesbureau Booz Allen & Hamilton. Om in het spoor van Amerika te geraken zijn onorthodoxe maatregelen nodig.
Minister Annemarie Jorritsma van Economische Zaken maakt zich duidelijk zorgen over de positie van Europa in de kenniseconomie. Vandaag en gisteren kwamen ministers uit de lidstaten van de Europese Unie op haar uitnodiging bijeen in Noordwijk om met topindustriëlen te praten over de concurrentiekracht van het continent en het te voeren beleid. Deze conferentie dient ter voorbereiding op de Europese top die eind maart in Lissabon plaatsvindt.
Jorritsma presenteerde in Noordwijk een onderzoek van Booz Allen & Hamilton, waarin de positie van Europa op ICT-gebied wordt vergeleken met die van de Verenigde Staten en Japan. De resultaten zijn schokkend. "Het rapport brengt slecht nieuws voor Europa", licht Rob Schuyt, vice-president van het adviesbureau, toe. In 1997 voerde de onderneming ook al een dergelijk onderzoek uit. "De positie van Europa ten opzichte van de VS is ondanks de groei alleen maar verslechterd. Er zijn hier weliswaar initiatieven gestart om de achterstand te verkleinen, maar de coördinatie ontbreekt."
Het onderzoek bevat niet louter sombere berichten. Een belangrijk lichtpunt is de ontwikkeling van Internettoegang via de mobiele telefoon. Op dit gebied neemt Europa een goede positie in. Volgens Schuyt hebben Europese bedrijven meer dan 70 procent van de wereldmarkt in handen. Hij vindt dan ook dat het continent deze voorsprong moet uitbuiten door zich volledig te richten op mobiele telefonie en bedrijven te stimuleren initiatieven te nemen op het gebied van‘m-commerce’ , ofwel elektronische handel via de mobiele telefoon.