Het aantal digitale gemeentehuizen is vorig jaar van 78 naar 183 gegroeid. Tegenover deze kwantitatieve vooruitgang (van 14 naar 34 procent) staat echter een afnemende kwaliteit van gemeentelijke websites. Dat concludeert Deloitte & Touche Bakkenist in het trendonderzoek ‘Overheid online’.
Bij veel gemeenten is volgens de onderzoekers de situatie vergelijkbaar met de komst van de eerste auto’s, waar nog een paard voor gespannen werd: de burger vindt een formulier op het net, maar moet dit dan wel uitprinten , met een pen in te vullen en vervolgens bij het gemeentehuis afleveren. De meeste websites zijn dan ook zeer informatief met betrekking tot de openingstijden van het stadskantoor.
Dat ligt anders voor beleidsinformatie, een speerpunt in het beleid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bleef in 1998 de helft van de sites op dat punt in gebreke, nu was dat tweederde. Ook e-mail doet het niet best. Was in 1998 via 10 procent van de gemeentesites geen e-mail mogelijk, eind 1999 was dat percentage tot 25 opgelopen. Ook hier doet zich het paard/auto-effect voor: men kan per e-mail folders aanvragen, maar die worden dan per post bezorgd.
De onderzoekers tekenen aan dat grote gemeenten het beter doen dan klein; zij spreken zelfs van ‘een groeiende digitale tweedeling’. Dat leidt ertoe dat de burger in toenemende mate de kans loopt ongelijk bediend te worden: kun je bij de ene gemeente een parkeervergunning aanvragen, de andere vermeldt slechts het telefoonnummer van de publieksbalie.
De herkenbaarheid van de overheid op het web laat te wensen over, concluderen ook deze onderzoekers. Zij suggereren een oplossing voor de problemen rond domeinnamen, waarbij gemeentenamen door bedrijven worden gebruikt. Tussen gemeentenaam en .nl zou als subdomein ‘overheid’ kunnen worden gehanteerd.