Deze week begint Microsoft met zijn verdediging in de antitrustzaak van negen Amerikaanse staten tegen de softwaregigant.
De onderneming uit Redmond zal de komende weken zo’n dertig getuigen oproepen uit de computerindustrie en uit eigen geledingen. Ook Steve Ballmer en Bill Gates zullen hun opwachting maken. De bedoeling is rechter Colleen Kollar-Kotelly ervan te overtuigen dat de eisen van de negen staten juridisch onvoldoende zijn onderbouwd en dat toekenning ervan de doodsteek van de computerindustie zal betekenen.
Inmiddels is de rechter erachter gekomen dat ze moet beslissen of deze zaak alleen kijkt naar eventuele misstanden uit het verleden – zoals Microsoft bepleit – of dat ze moet kijken naar de toekomst, waar Microsoft ook in andere markten dan die van de internetbrowsers (waarmee het allemaal is begonnen) zijn monopoliepositie kan misbruiken. Voor dat laatste waarschuwen de negen staten. Vooralsnog heeft Kollar-Kotelly getuigenissen op terreinen als handcomputers en interactieve tv gewoon toegelaten, maar welke importantie ze daar uiteindelijk aan toekent, staat nog allerminst vast.
Het feit dat de rechter getuigenissen over andere technologieën toch heeft toegelaten, wordt gezien als een overwinning van de negen staten. Maar volgens Howard-professor Andrew Gavil, die het proces op de voet heeft gevolgd, zijn de staten er onvoldoende in geslaagd duidelijk te maken dat de door hen voorgestelde sancties ook werkelijk een oplossing vormen.
De door de staten voorgestelde aanpak, die onder meer bestaat uit het verplicht ‘uit elkaar halen’ van het Windows-besturingssysteem waardoor pc-producenten en andere softwaremakers Windows-elementen naar keuze kunnen toepassen of weglaten, wordt door Microsoft gepresenteerd als de doodsteek voor het ‘pc-ecosysteem’. Indien nodig, zal de onderneming dat met zeer zwaar geschut duidelijk maken: met een dreigement het besturingssysteem van de markt te halen.
Zo ver is het nog niet. In eerste instantie zal Microsoft proberen aan te tonen dat de staten niet het recht hebben zulke zware sancties te eisen. Volgens de softwareproducent is er namelijk geen enkel bewijs dat Microsoft concurrerende producten, zoals Suns Java-programmeertaal, daadwerkelijk schade heeft toegebracht.