Het World Wide Web Consortium (W3C) heeft eindelijk het Platform for Privacy Preferences (P3P) 1.0 goedgekeurd. Nu de rest van het web nog.
Het W3C is er meer dan vijf jaar mee bezig geweest. Maar omdat de bescherming van privacy op het wereldwijde web waarschijnlijk altijd een ‘hot item’ zal blijven, lijkt het op xml gebaseerde systeem nog niet ingehaald door de hedendaagse realiteit. Het W3C heeft P3P als een ‘aanbeveling’ gekwalificeerd, wat betekent dat het grondig is geanalyseerd en geschikt bevonden voor wereldwijde adoptie door websites en software-ontwikkelaars.
Veel van het aanvankelijke enthousiasme rond P3P is inmiddels geluwd, vooral omdat vijf jaar wel een érg lange tijd is. P3P is in potentie een oplossing waarmee individuele internetgebruikers informatie kunnen krijgen over het privacy-beleid van een website, waarna hij/zij kan beslissen of hij met die site in zee wil. In wezen bestaat het systeem uit een gestandaardiseerde set meerkeuzevragen waarmee het prvacy-beleid van de site wordt ‘afgedekt’. De antwoorden op de vragen zijn in xml gecodeerd, zodat het beleid door de computer kan worden gelezen. Webbrowsers die geschikt zijn gemaakt voor P3P kunnen automatisch het ‘privacy-plaatje’ van een site oproepen, dat vergelijken met de voorkeuren van de gebruiker en vaststellen of die met elkaar overeenkomen.
Het W3C heeft op haar site (http://www.w3.org/P3P) een lijst opgenomen van P3P-websites en -software, waaronder browser-plugins en een P3P-code-validator.