IBM introduceert vandaag de dienst Linux Virtual Services, waarbij computerkracht wordt verkocht als ware het gas, water, licht of telefoontikken.
De klanten die van de dienst gebruik willen maken, kunnen een breed scala aan eigen software-applicaties draaien op mainframes die staan opgesteld in de datacenters van IBM. De prijs die ze daarvoor betalen, wordt grotendeels gebaseerd op de hoeveelheid rekenkracht die wordt gebruikt.
Deze nieuwe verkoopmethode van computerdiensten is geheel anders dan de conventionele ‘outsourcing-‘ en ‘hosting’-arrangementen, waarbij de klanten langetermijncontracten tekenen tegen een vastgestelde prijs. Daarmee krijgen ze dan het recht bepaalde stukjes hardware en software te gebruiken die zijn toegesneden op deze specifieke gebruikers. Volgens IBM is de nieuwe ‘nuts’-aanpak financieel veel gunstiger voor de gebruikers. Big Blue stelt dat een besparing mogelijk is van 20 tot 55 procent op de totale eigendomskosten.
De computergigant heeft berekend dat over vijf jaar 10 tot 15 procent van de it-markt (die dan één biljoen dollar zal bedragen) zal bestaan uit ‘on-demandcomputing’. De nu geïntroduceerde ‘nuts-computerdiensten’ zullen daar een significant deel van uitmaken, denkt IBM.
Klanten met bijvoorbeeld een eigen database, kunnen deze applicaties straks overzetten naar de nieuwe IBM-dienst. In eerste instantie kan dat alleen in de VS, maar bij voldoende succes wordt de dienst uitgebreid. Deze applicaties draaien vervolgens in een IBM-datacenter op een zSeries mainframe, waarop honderden virtuele Linux-servers tegelijk draaien.