Met de zojuist geïntroduceerde O2, de opvolger van de Indy, beschikt Silicon Graphics over een grafisch werkstation, dat qua prestaties met kop en schouders uitsteekt boven vergelijkbaar geprijsde modellen van zowel zichzelf als van concurrenten.
De O2 is slechts leverbaar in één model. Voor een prijs van rond de 13.000 gulden krijgt de gebruiker een aangeklede machine, waarbij slechts de grootte van het geheugen en de processor (de R5000 of de R10000 van Mips) gekozen hoeft te worden. Videokaarten, camera, netwerkaansluitingen en systeemsoftware zit bij de adviesprijs inbegrepen.
Behalve de nieuwe lijn werkstations komt Silicon Graphics met een geheel vernieuwde server-familie onder de naam Origin 2000. Deze machines volgen de Challenge- en Power Challenge-families op en kenmerken zich door het ontbreken van een systeembus. In plaats van zo’n bus, die steeds vaker een flessehals vormt voor hogere prestaties, kiest SGI voor de implementatie van een architectuur die gebaseerd is op elektronischeswitches enrouters. De Origin 2000-servers zijn met deze technologie met maximaal 128 processoren uit te rusten.