Vóór het einde van dit jaar maakt minister Ritzen bekend welke technologische topinstituten zullen worden opgericht. Voorts zal het mes worden gezet in het aantal onderzoeksscholen.
Het kabinet wil dat uit het nu bestaande, brede stelsel van onderzoekscholen maximaal tien scholen worden geselecteerd, die kunnen uitgroeien tot ‘centra van internationale allure’. Binnen de ‘eerste geldstroom’ wordt daarvoor een bedrag vrijgemaakt dat oploopt tot jaarlijks 100 miljoen gulden vanaf het jaar 2000. Daarvan is 30 miljoen gulden per jaar bestemd voor persoonsgerichte stimulering van toponderzoekers.
Uit die ‘eerste geldstroom’ wordt nog eens 100 miljoen gulden gereserveerd voor kwaliteitsverbetering en versterking van de ‘gewone’ onderzoekscholen. De universiteiten zullen bepalen welke onderzoekscholen voor dit geld in aanmerking komen, na toetsing van NWO. Een Commissie van Wijzen zal de regering binnen een maand adviseren over de vraag op welke onderzoeksterreinen een Technologisch Topinstituut kan worden opgericht. Zo’n TTI richt zich op onderzoek dat van direct belang is voor het bedrijfsleven. Aan het eind van het jaar wil het kabinet bekend maken welke TTI’s er komen. Er zijn vijftien aanvragen binnengekomen, waaruit er drie tot vijf worden geselecteerd. Het ligt voor de hand dat ook (delen van) top-onderzoeksscholen bij de TTI’s betrokken worden.