Het ministerie van Justitie heeft hoge verwachtingen van een Amerikaans computersysteem dat begin 1998 wordt ingezet om de vuurwapencriminaliteit terug te dringen. Het systeem, Drugfire, maakt snel en efficiënt vergelijkend kogel- en hulsonderzoek mogelijk.
Drugfire bestaat uit een door het Gerechtelijk Laboratorium centraal beheerde databank en vijf over het land verspreide werkstations om de gegevens te raadplegen. Het Gerechtelijk Lab voedt de databank met gegevens over niet geïdentificeerde kogels en hulzen. Zo kan men decentraal snel nagaan of een in beslag genomen vuurwapen eerder is gebruikt en of bij meerdere misdrijven eenzelfde wapen is afgevuurd. De huidige handmatige raadpleging is arbeidsintensief. Het groeiende aantal schietincidenten en de noodzaak goed en snel onderzoek te doen maakten selectie nodig. Justitie verwacht dat dit straks grotendeels verleden tijd zal zijn. De resultaten van proefschoten met een in beslag genomen wapen en de gegevens over aangetroffen munitiedelen zijn automatisch te vergeleken met de centrale dataverzameling. In ongeveer een half uur geeft het systeem uitsluitsel.
De snelheid van het systeem is van belang voor ‘zes-uurszaken’. Verdachten met een illegaal vuurwapen mogen maximaal zes uur vastgehouden worden. Vindt men in die periode een verband met een schietincident, dan kan niet alleen een gerichter verhoor, maar ook een langere inverzekeringstelling volgen. In Nederland worden per jaar zo’n drieduizend vuurwapens in beslag genomen.
Het systeem ontleent zij naam aan het feit dat wapengebruik in de VS dikwijls samengaat met drugscriminaliteit. Het is begin jaren negentig ontwikkeld door de FBI en de firma Mnemonic Systems in Washington. Het Gerechtelijk Lab en de politie van Rotterdam-Rijnmond hebben het een jaar lang getest.