AT&T heeft de afstoting van achttienduizend arbeidsplaatsen waarschijnlijk eind dit jaar al rond. Dat is een jaar eerder dan verwacht. De Amerikaanse telecomgigant had begin dit jaar aangekondigd de inkrimping in twee jaar te willen volbrengen.
Doordat een onverwacht groot aantal managers akkoord ging met de aangeboden afvloeiingsregeling, is dit doel al bijna bereikt.
Op dit moment zijn al zestienduizend banen verdwenen, zo meldt AT&T-woordvoerder Burke Stinson. Hij verwacht dat de laatste tweeduizend banen spoedig volgen. Als de operatie voltooid is, heeft het telecombedrijf een werknemersbestand van 108 duizend werknemers.
Volgens Stinson zijn een aantal zaken van invloed geweest op de versnelde uitdiensttreding. Hij noemt de groeiende aandelenkoersen, de gunstige arbeidsmarkt en de aantrekkelijke afvloeiingsregeling, een vervroegd pensioen, met hogere pensioenen. Het bedrijf verwachtte dat ruim tienduizend mensen gebruik zouden maken van de vervroegde uitdiensttreding. Uiteindelijk kozen 15.300 werknemers voor deze constructie.
Het bedrijf verwachtte met deze reorganisatie zevenhonderd miljoen dollar te besparen. Nieuwe bezuinigingsplannen zijn nog niet bekend, maar Stinson sluit niet uit dat volgend jaar opnieuw banen op de tocht komen te staan. "Wij blijven arbeidsplaatsen wegsnijden op plekken die geen groeimogelijkheden meer hebben, zoals de traditionele administratie en telefonische diensten. Aan de andere kant zullen banen ontstaan op groeigebieden als Internet en draadloze communicatie", aldus Stinson.