Intel onthult eind 2000 twee zware opvolgers voor de huidige Pentium II-chips. Deze 32-bit processoren dragen de namen Foster en Willamette en zijn respectievelijk bedoeld voor werkstations en voor zware werkstations en servers.
Beide chips halen een kloksnelheid van 1 gigahertz (GHz) en zullen tussen de tweeduizend en zevenduizend dollar gaan kosten. De firma onthulde voor het eerst zijn topgeheime toekomstplannen.
De ontwikkeling van de eerder aangekondigde 64-bit Merced-processor verloopt nog steeds volgens schema en komt medio 2000 uit, aldus Intel. Die chip zal echter alleen bedoeld zijn voor gebruik in zeer zware en daarmee dure servers en heeft dan ook speciale functionaliteit voor dergelijke omgevingen. Intel probeert zich hiermee definitief te ontworstelen aan het eerdere model waarbij nieuwe processoren langzaam ‘afzakten’ naar lichtere computers. "Wij positioneren nu voor elk marktsegment een eigen, specifieke chip", benadrukt John Woodget, Europees technologie-directeur bij Intel.
Analist Rob Enderle van onderzoeksbureau Giga Information Group ziet dit toekomstpad voor het IA-32-platform (32-bit Intel Architecture) als een geruststelling naar bezorgde klanten. "Intel zegt in wezen dat x86 voorlopig nog zal bestaan en dat het uitstel van Merced geen grote gevolgen zal hebben." Eerder dit jaar verschoof Intel de streefdatum voor de lancering van de Merced met zes maanden. Gebruikers van computers met Intel-chips zijn bezorgd over de migratiemogelijkheden naar IA-64 en de levensduur van de architectuur in systemen die nu worden aangeschaft.