Werknemers op Microsofts hoofdkwartier in Redmond hebben vice-president Al Gore een kille ontvangst gegeven tijdens zijn bezoek aan de ‘campus’ van het bedrijf. De aspirant-president probeerde vragen over de antitrustzaak tegen de softwareleverancier te ontwijken.
In een hoorzaal vol met driehonderd Microsoft-personeelsleden praatte Gore uiteindelijk toch over "concurrentie en oneerlijk gebruik van marktdominantie in de ene sector om innovatie te remmen in de andere sector". Deze boodschap viel niet bepaald in goede aard bij de werknemers van het aangeslagen bedrijf.
"Als concurrentie belangrijk is, en ik denk dat dat zo is, dan vervullen antitrust-wetten een rol in het belichamen van de normen en waarden van een land", aldus de vice-president van de Verenigde Staten. De uitlatingen van Gore waren voor het grootste deel een echo van de argumenten van het ministerie van Justitie in de lopende antitrustzaak.
Vanuit de zaal kwam onder meer de vraag of overheidsbemoeienis niet een grotere bedreiging vormt voor consumenten dan voor Microsoft. Gore gaf toe dat innovatie zeker gehinderd kan worden door onkundig ingrijpen van de overheid, maar ook door gedrag van privé-bedrijven.
De democraat probeerde zich nog op te werpen als een vriend van dehigh-tech-industrie. Toch lijkt het erop dat de aspirant-president niet bepaald stemmen heeft gewonnen binnen de gelederen van Microsoft.