De antitrustzaak die het Amerikaanse ministerie van Justitie voert tegen Microsoft, kost de belastingbetalers ‘slechts’ 13,3 miljoen dollar. Het departement openbaarde gisteren dit kostenplaatje voor de afgelopen tien jaar Microsoft-vervolging. Dit was de eerste publieke financiële verantwoording van het ministerie.
Het bedrag omvat zeven miljoen dollar voor het onderzoeken en aanklagen van Microsoft in de nu lopende rechtszaak. Justitie begon in juni 1995 met dit deel van het vervolgen van de marktdominerende softwareleverancier.
Volgens juridische experts is het bedrag van zeven miljoen behoorlijk laag; andere grote antitrustzaken hebben wel kosten gehad van 750 duizend dollar per maand. De Amerikaanse kantoorbedrijven Staples en Office Depot bijvoorbeeld spendeerden in 1997 ruim twintig miljoen dollar gedurende een antitrustzaak van tien maanden. Justitie wou hun fusie voorkomen en slaagde daar in.
De Microsoft-zaak, voorgezeten door rechter Thomas Penfield Jackson, wordt gezien als één van de belangrijkste en waarschijnlijk invloedrijkste rechtszaken van de afgelopen halve eeuw. Deze maand nog velt rechter Jackson het eerste deel van zijn oordeel. Die beslissing zal uit twee delen bestaan.
Overigens hebben de advocaten van Justitie rechter Jackson verzocht Microsoft te dwingen de juridische kosten geheel te vergoeden. Daarmee zou de overheid helemaal goedkoop uit zijn. De uitkomst van de antitrustzaak staat echter zeker nog niet vast.