De strijdende partijen in de oorlog over I/O-technologie voor toekomstige Intel-servers staan op het punt de strijdbijl te begraven. Een groep bedrijven onder leiding van Intel stond tot voor kort lijnrecht tegenover een front van IBM, Hewlett-Packard en Compaq.
Intel, gesteund door onder meer Dell en Sun Microsystems, geeft de voorkeur aan een ‘standaard’ met de naam Next-Generation I/O (Ngio), terwijl de tegenstanders onder aanvoering van IBM meer voelen voor Future I/O. Die laatste groep heeft inmiddels ook steun verkregen van 3Com, Adaptec en Cisco, leveranciers van netwerk- en randapparatuur.
De twee technologieën zijn in hun huidige vorm niet compatibel. Elk reguleert hoe en met welke (top)snelheid processoren van toekomstige zware servers communiceren met de rest van het systeem. Daaronder vallen ook netwerkkaarten en insteekbare harde schijven.
De betrokken partijen zullen hun technologieën samenvoegen en er een nieuwe naam voor verzinnen. De gefuseerde ‘standaard’ moet in 2001 gereed zijn. Dat is rond de tijd dat de McKinley-processor, Intels tweede 64-bit chip, op de markt verschijnt.
Het samengaan van de niet-compatibele I/O-technologieën moet veel onzekerheid wegnemen. Het betreden van de bovenkant van de servermarkt is een belangrijk onderdeel van Intels strategie. Daarvoor heeft de processorproducent wel de steun nodig van IBM, HP en Digital-moeder Compaq die op dat marktterrein al enkele jaren aanwezig zijn met bedrijfseigen systemen.