Directeur William Harris van softwaremaker Intuit was gisteren de eerste overheidsgetuige die eventuele sancties tegen Microsoft ter sprake bracht. "Er is voor iemand, misschien wel de rechtbank, een rol weggelegd om een onderscheid aan te brengen tussen de besturingssystemen en de applicaties", aldus Harris.
Hiermee liep hij vooruit op de veel genoemde sanctie die de rechter Microsoft kan opleggen: de splitsing van de softwarefabrikant in aparte bedrijven voor besturingssystemen en applicaties. Advocaat John Warden van Microsoft wilde van Harris weten of hij uit eigen beweging sprak over mogelijke maatregelen, of dat het ministerie van Justitie hierom had gevraagd. De Intuit-topman antwoordde dat het zijn eigen idee was.
Met de getuigenis van Harris werd de rechtszaak van Justitie en negentien Amerikaanse staten tegen Microsoft na een kerstreces hervat. De juridische strijd draait om de vraag of de software-fabrikant anticompetitieve praktijken heeft verricht, zoals Internet Explorer aan het besturingssysteem koppelen, en concurrenten bedreigen of voorstellen de markt onderling te verdelen.
Harris zei verder dat Compaq twee jaar geleden onder een contract met Intuit uit wilde komen en voor de concurrerende financiële software Microsoft Money koos. In eerste instantie zou Compaq het pakket Quicken van Intuit met de computers verkopen. Harris is de op één na laatste getuige van Justitie. Deze week zal Professor Franklin Fisher verschijnen. Daarna kan Microsoft zijn twaalf getuigen oproepen.