Scheiden doet lijden, luidt het spreekwoord. Samenkomen blijkt ook moeilijk. Dat geldt niet alleen voor de echte integratie van bedrijven en hun afdelingen, maar ook voor de aanloop naar een overname, pardon, fusie.
Toen Compaq aankondigde serverproducent Digital Equipment Corporation (DEC) over te nemen, luidde de kritiek grotendeels hetzelfde als toen de pc-bouwer Tandem wilde overnemen: gekkenwerk, dat past nooit bij elkaar. Daarnaast klonken bekende kreten als ‘de bedrijfsculturen zijn te verschillend’. Concurrent Hewlett-Packard verkneukelde zich openlijk over de integratieproblemen die Compaq zich op de hals haalde.
Inmiddels is de integratie van achtereenvolgens Tandem en DEC achter de rug, zij het niet zonder pijn en moeite. Zo nu en dan duiken verhalen op dat binnen Compaq nog altijd gesproken wordt van oud-Tandem- en oud-Digital-mensen.
Nu is de beurt aan HP; dat wil Compaq met de bijbehorende bagage en ballast opslokken. Ook nu is er veel kritiek, van analisten, journalisten, concurrenten, partners enzovoort.
Een belangrijk verschil is dat de nazaten van de oorspronkelijke oprichters, William Hewlett en David Packard, niet bepaald enthousiast zijn over de overname. Hewlett is tegen en Packard evalueert de koop nog. De twee families hebben samen bijna 20 procent van de aandelen in handen.
Belangrijker nog is het feit dat HP een van de weinige it-bedrijven is die nadrukkelijk het persoonlijke stempel van de zorgzame oprichters, zeg maar vaders, draagt. De tegenstand van de HP-nazaten impliceert dan ook een familiecrisis. En wie zijn er dan altijd de dupe? Juist, de kinderen.