In het artikel ‘Software alleen wordt niet patenteerbaar’ (Computable 15 april 2005 pagina 9) geeft Arnoud Engelfriet meerdere malen keurig aan hoe softwarepatenten niet gebruikt moeten worden. Hij vergeet echter te vermelden dat een verkeerd gebruik in het huidige richtlijnvoorstel niet wordt tegengegaan, zegt Mark Hunting.
Een belangrijke vergelijking in zijn betoog is die van de soldeerbout en hamer: “Een glasblazer bedacht ooit met soldeerbout en hamer hoe een lamp langer kon blijven branden. Die uitvinding is te patenteren. Niet het gereedschap.” Elke programmeur weet dat er bij software geen sprake is van gereedschap waarmee je iets maakt. Software is vaak gereedschap en toepassing tegelijk. Het gereedschap van software zijn algoritmes, die zelf ook weer software zijn. Patenten op triviale algoritmes zijn dus juist vergelijkbaar met patenten op gereedschap, zoals de soldeerbout en
hamer.
Deze triviale patenten, die in de Verenigde staten helaas schering en inslag zijn, zullen volgens de heer Engelfriet in Europa niet verleend worden. Ik help het hem hopen, maar ik ben hier allerminst zeker van. Het huidige richtlijnvoorstel legt misbruik van het patentsysteem, waaronder ik het aanvragen van triviale patenten reken, totaal niet aan banden. De 41 amendementen die het Europees Parlement heeft aangenomen waren hier juist voor bedoeld. Commissaris Bolkestein heeft deze amendementen echter zonder pardon uit de tekst verwijderd om pas daarna de richtlijn voor te leggen aan de Raad van Ministers.
Als Engelfriet of zijn werkgever Philips zich zou inzetten om tot een betere Europese richtlijn te komen en zo misbruik van softwarepatenten te voorkomen, had hij zeker recht van spreken gehad. Helaas is dit niet het geval. Philips zet zich immers in voor een spoedige aanname van het huidige, in mijn ogen zeer slechte, voorstel.
Mark Hunting