Wat is er eigenlijk gebeurd met de etiquette voor mobiel telefoneren? Het is nog maar twee jaar geleden dat er boekjes in de winkel lagen met enkele beleefdheidsvormen voor het gebruik van de apparaten. Niet schreeuwen, geen gebruik in restaurants of in de auto. Dat soort tips. Nu handelen nog maar weinigen volgens de etiquette. Het geschreeuw in mobiele telefoons is een normaal straatbeeld, van een vreemde manoeuvre door een bellende automobilist kijkt niemand meer op en er gaan zelfs telefoons af tijdens begrafenissen.
De toekomst ziet er nog somberder uit. In oktober kwamen duizenden telecomspecialisten bijeen in Genève voor een grootse beurs. Dat betekent dat de grootgebruikers van mobiele telefoons bij elkaar waren in Zwitserland. Een busreis werd een vreemde gewaarwording: een kakofonie van geluiden, maar geen passagier die met elkaar sprak. Iedereen praatte tegen de telefoon. Een analist, die voor een diner was uitgenodigd door een potentiële klant, dacht zijn marktwaarde te verhogen door tijdens het etentje even te bellen of een ‘sms-je te sturen’.
En wat te denken van de ‘verkrachte’ klassieke composities: het nieuwe telefoongerinkel?
Gebruikers lopen niet meer met een telefoon in de hand, maar prefereren een koptelefoon en een microfoontje voor de mond. Op deze manier lijkt het alsof ze in zichzelf praten, maar in werkelijkheid zijn ze aan het bellen. Het verschil tussen een verwarde dakloze en een bellende zakenman is nauwelijks waarneembaar. Dat ze hierbij geen oog meer hebben voor de omgeving blijkt wel uit de vele botsingen met andere wandelaars.
Kortom, de ontwikkelingen beloven weinig goeds. Iedereen zondert zich met zijn telefoontje af en sociale contacten gaan voortaan via het mobiele netwerk. Als het straks mogelijk wordt om met de mobiele telefoon e-mail te lezen of over Internet te surfen, is er helemaal geen hoop meer voor de mensen die zich storen aan de mobiele bellers. De oplossing: een verplichte ‘prepaid’-kaart voor alle intensieve gebruikers. Als deze telefoonkaart leeg is, moeten ze weer normaal converseren. Het is de vraag of ze dit nog kunnen.
Michiel Couzy, redacteur