Standaardisatie in de juridische praktijk kan het gebruik van ICT een duw in de rug geven, meent R. Willig.
Bij de column van mr. Joost Linnemann (Computable, 21 april) over ICT in de rechtspraktijk wil ik enkele kanttekeningen plaatsen .
Tot voor kort werkte ik bij de gemeentelijke overheid. Als ICT’er had ik contacten met zowel technisch als functioneel beheerders en ook met juristen.
Voor uitwisseling van gegevens maakt een gemeentelijke dienst of afdeling Belastingen gebruik van gegevensverzamelingen volgens nauwkeurig vastgelegde specificaties. Ze heten Stuf-TAX en Stuf-WOZ. De definities omvatten een exacte indeling van bestanden.
Voorgeschreven zijn per relatie veldnaam en per attribuut veldtype, veldlengte, domein, bereik en wellicht nog meer. Of er voor de GBA ook zoiets (in opkomst) is weet ik niet. Het zou nuttig kunnen zijn voor GSD’en samen met CaWI en uitvoeringsinstanties. Maar waar wil ik heen?
In het strafrecht heb je een verdachte, getuigen en wellicht nog meer partijen of rollen. Wie beweert, bewijst. In het burgerlijk procesrecht heb je een eiser, een verweerder en wellicht nog andere partijen of rollen. Wie eist, bewijst. En elke zaak kan zich in meerdere achtereenvolgende stadia bevinden (bezwaar, beroep, hoger beroep, beroep in cassatie). Zou het voor de administratieve ondersteuning van de meester niet handig zijn als daar een Stuf-LEX voor zou komen?
En zelfs voor de ADW of een vergelijkbare regelgeving-database lijkt mij standaardisatie wel handig. Trouwens ook voor de jurisprudentie (rechterlijke uitspraken). Zelfs voor kookboeken op de PC schijnt dat te bestaan, dus waarom zou een juridisch standaard-uitwisselingsformaat niet kunnen? Ongetwijfeld is zoiets vooral nuttig als voor gelijke zaken of omschrijvingen gelijke woorden kunnen worden gebruikt. Een tekst over ‘letsel’ blijft onopgemerkt als men op ‘verwondingen’ zoekt. Hetzelfde geldt voor delict en strafbaar feit, en voor aangeklaagde en verdachte. Er is dan ook slechts één orgaan of persoon nodig om alle teksten in te voeren in een gestandaardiseerde database. Zelfs OCR-inscannen zou overwogen kunnen worden. Vervolgens kunnen de ICT-bedrijven en de EDI-afdelingen van uitgeverijen zich uitleven op het maken van mooie zoekprogramma’s met bookmarks, hyperlinks, gecompliceerde zoekopdrachten, vrije notities en koppelingen. Vergeet niet: op (gepubliceerde) overheidsregelgeving rust geen auteursrecht, op computerprogrammatuur wel. En ongepubliceerde regels gelden niet.
R. Willig, Naarden