Het verbaast veel mensen dat er nog zoveel bedrijven zijn die werken met en zelfs in grote mate afhankelijk zijn van oude IT-systemen. Nieuwe technologie is toch een must? De meeste automatiseerders weten wel beter. Toch zal ook de Computable-lezer waarschijnlijk verbaasd opkijken nu hij leest dat de redactie het tijdperk van Wordperfect 5.1 – voor DOS, jawel – achter zich laat.
Het Nederlandse IT-vakblad dat nieuws verslaat over de nieuwste snufjes en initiatieven op gebied van automatisering werkte tot vorige week nog met een 80386-machine waarop deze eerbiedwaardige bejaarde tekstverwerker zijn werk deed. Het spuwde documenten uit de printer en stuurde deze tevens middels een vernuftig macro-systeem door naar de vormgevers. Tenminste, wat betreft de 'core business'; het produceren van de artikelteksten. Aan het Internet waren de redacteuren al langer. Ook relatiebeheer werd al met – jawel – modernere middelen onderhouden. Voor dat doel zijn de toch al overvolle redactiebureaus enige tijd terug verrijkt met een tweede PC, maar dan van het moderne, snelle soort.
Nu is dan toch de tijd aangebroken dat de voortgaande stuwgolf der IT-modernisering ons heeft bereikt. Het gemopper is dan ook niet van de lucht. Nieuwe systemen zijn voor de gebruiker immers zelden zo goed en duidelijk als de voorgaande, bekende omgeving.
Het gaat de redactie zeer aan het hart om het oude – tijdens functioneren overigens zwaar bekritiseerde systeem – te moeten verwijzen naar de eeuwige bitvelden.
Maar vanwaar deze overstap? En waarom nu? Deze twee vragen zijn te beantwoorden met het veelgebruikte en weinigzeggende argument: millenniumprobleem. Zowel de hardware als de software van het oude redactiesysteem kunnen zeer waarschijnlijk niet overweg met 2000. Als kritische IT-journalisten houden we hier een slag om de arm met de toevoeging 'zeer waarschijnlijk'.
De scherpe lezer zal nu wellicht de schouders ophalen: wat hebben tekstdocumenten nu met datumvelden van doen? Op zich niets, nee. Maar de wekelijkse stroom artikelen voor de papieren uitgave van Computable en de dagelijkse vloed nieuwsberichten voor de website Computable Online spoelen aan in en bij andere systemen. Denk aan pagina-opmaak, Html-codering, online-archivering en andere verwerkingsvormen.
Doorn in het oog
Bovendien speelt het feit mee dat het beheer van de oude WP/DOS/Netware-omgeving de huidige automatiseringsafdeling een doorn in het oog is. De rest van de interne IT-infrastructuur heeft zich allang via andere paden ontwikkeld. Afwijken van de algehele standaardisatie en centralisatie is natuurlijk niet wenselijk, dat spreekt. Ongetwijfeld spelen ook sentimenten bij personeelszaken een rol; vind maar eens experts die zich aan een dergelijk antiek systeem willen wagen en 'committeren.
Ter verduidelijking; we praten hier over PC's die een 5,25-inch schijfstation nog aanspreken als a-drive, daarna volgt het station voor 3,5-inch diskettes en de harde schijf. Het nu niet meer kloppende hart was een 386-processor op kloksnelheden van 16 tot 25 MHz. Meer is immers niet nodig voor het invoeren van teksten. Akkoord, er zijn mensen die tikken op een hogere i/o-snelheid, maar die zijn in de minderheid.
Tijd ver vooruit
Toch had dit antieke systeem ook zeer moderne elementen. Zo waren alle clients gekoppeld aan een centrale server die zorg droeg voor de opslag van de documenten alsook het doorsturen van de artikelen binnen de redactionele productiestroom. Inderdaad, een NC-achtig concept láng voordat IT-leveranciers ermee op de proppen kwamen. De Computable-redacteuren hebben weliswaar een eigen werkplek, maar dat was voor het systeem geen noodzaak; flexibel inloggen behoorde tot de mogelijkheden.
Er is wel eens een van die 'bakkies' gesneuveld – de harde schijf werd niet meer herkend als boot-station. Maar de oplossing lag binnen handbereik. Het eenvoudigweg loskoppelen van het Token Ring-netwerk en het aansluiten van een andere, basaal-voorgeïnstalleerde machine was voldoende. Binnen enkele minuten kon de getroffen redacteur weer verder met zijn werk. Tenminste, enkele minuten nadat er een half uurtje was gezocht in duistere kelders of er nog PC's van deze klasse voorradig waren.
Maar de daadwerkelijke kracht van het geheel zat in Wordperfect 5.1. De schil van dit programma zorgde er direct na het starten van de machine voor dat de redacteur niet geconfronteerd werd met een vragend knipperende DOS-prompt, of met een multimediaal bureaublad met actieve elementen. Automatisch kwam de gebruiker – gigantisch snel, daar kan geen Pentium IV aan tippen – terecht in een menuutje voor de dagelijkse gang van zaken. Zo waren daar de opties 'tekstverwerking voor huidig nummer', het reserve 'tekstverwerken voor toekomstige nummers', de 'gedeelde' kalender, de oude adressen-databank en de persoonlijke agenda. Briljant in de eenvoud.
Achterhaald
Jammer alleen dat eenvoud in de hele IT-industrie is verworden tot een ondergesneeuwd, vergeten goed. Pakketten krijgen steeds meer toeters en bellen – functies genoemd – om maar zoveel mogelijk doelgroepen te kunnen bedienen. En leveranciers worden alomvattender of gaan ten onder in de strijd om dominantie. Dat lot is ook de Wordperfect Corporation overkomen. Dat bedrijf ging met zijn vlaggenschip over in handen van softwareleverancier Novell, alwaar het volgens ingewijden niet de aandacht kreeg die het verdiende. Of juist de aandacht die het nodig had; sommige kenners stellen namelijk dat de neergang van de tekstverwerker al voor de overname was ingezet. Nog later zag het Canadese softwarebedrijf Corel zich het overgenomen WP-goud door de vingers glippen.
Hoe dan ook: WP heeft de ooit legendarische voorsprong op kantoorgebied verspeeld. Ooit gold WP als dé standaard in tekstverwerking – stond er een computer aan, dan herkende je in veel gevallen de typische lettertjes rechtsonder in het scherm. Tegenwoordig voert Microsofts Word de boventoon en heeft het en passant de extensie .doc naar zich toegetrokken.
Meerderheidswet
Deze tekstverwerker heeft zijn intrede bij veel ondernemingen gedaan door mee te liften in het gehele Office-pakket, dat ook een databankje, spreadsheet en presentatieprogramma bevat. Inmiddels is de aanschaf en het gebruik van deze applicatie(s) door de meeste bedrijfsgebruikers bijna vanzelfsprekend geworden. De wet van de gebruikende meerderheid. Een lot dat ook sommige videosystemen hebben ondergaan. Geen mens die nog een Betamax-videorecorder koopt – als die uberhaupt nog te vinden zijn.
Het zal ons benieuwen of het huidige redactiesysteem net zo lang zal meegaan als de taaie voorganger. Die productieomgeving heeft in ieder geval de gepleegde investering flink terugverdiend. De eerste ervaringen zijn wisselvallig. Ach, het is nog wennen, zullen we maar zeggen. En daarmee ondergaat de redactie nu ook eens de ervaringen waar het wekelijks van bericht; projectdoelen, migratietrajecten, nieuwe functionaliteit, andere standaarden en natuurlijk een herziene tco (total cost of ownership). Kortom, uitdagingen alom.