De millennium-klap komt het hardst aan bij het midden- en klein bedrijf, de alom geprezen motor van onze economie. Het is van groot belang dat het mkb kan putten uit de ervaringen van bedrijven die op tijd zijn begonnen met de aanpak van het probleem. Openheid is dringend gewenst, meent Hendrik Wamsteker.
Het jaar 2000, met zijn inmiddels bekende en toch in grote mate onderschatte problemen, lijkt binnen de meeste branches tot een internationale ramp te leiden. Grote bedrijven zoals banken, telecom-aanbieders en verzekeringsmaatschappijen hebben over het algemeen de mogelijke problemen onderkend en zijn druk doende ze het hoofd te bieden. De volgers, die nu pas actie gaan ondernemen, krijgen te maken met minstens twee grote problemen: is er nog genoeg tijd om de problemen het hoofd te bieden, en zijn er nog mensen beschikbaar die hiervoor zijn in te zetten? De volgers zijn in de meeste gevallen de wat kleinere bedrijven (met uitzondering van de overheid).
Zij zullen in de resterende tijd moeten redden wat er te redden valt.
Het capaciteitsprobleem zal tot gevolg hebben dat het inhuren van de vereiste mankracht astronomische bedragen gaat kosten. De vraag rijst daarom of de volgers over voldoende financiële middelen beschikken om mensen aan te trekken. Hoe dichter we het jaar 2000 naderen, des te groter is de kans dat kleinere bedrijven het onderspit gaan delven. Dit betekent dat de millennium-klap het hardst aankomt bij het midden- en klein bedrijf, de alom geprezen motor van onze economie.
Het is van groot belang dat de volgers niet gestraft worden voor hun laksheid in de aanpak van het millennium-probleem, maar dat zij uit de ervaringen kunnen putten van de bedrijven die op tijd zijn begonnen. Dit voorkomt dat de volgers niet het door anderen reeds moeizaam bewandelde pad naar de leveranciers hoeven af te leggen om een millennium-verklaring te bemachtigen. De overheid moet hierbij een centrale rol spelen, omdat het onderuit gaan van het midden- en klein bedrijf een desastreuze invloed zal hebben op onze economie. Ook het millennium-probleem bij buitenlandse toeleveranciers van Nederlandse bedrijven zal grote gevolgen hebben. Dat onze overheid niet het millennium-leed van de hele wereld op zich kan nemen, spreekt voor zich, maar zij zou kortzichtig handelen door zich niet toegankelijk op te stellen voor onze buitenlandse handelspartners.
Het door de overheid opgezette millennium-platform is een stap in de goede richting, vanwege de bewustwording. Om tegemoet te komen aan de te laat gestarte (internationale) bedrijven, is het echter wenselijk dat het millennium-platform een volgende stap zet in zijn ondersteunende taak. Het zou een gratis webpagina beschikbaar moeten stellen met daarop een lijst van software, waarvan bekend is of deze al dan niet millennium-proof is. Dit geeft de volgers de gelegenheid om snel te inventariseren welk deel van hun software probleemloos de volgende eeuw in kan en welk deel niet. De volgers krijgen zo de kans om direct in te zoomen op de probleem-software en deze te vervangen of aan te passen. Hierdoor is kostbare tijd te besparen.
Voor een uitgebreid overzicht van software zal een beroep moeten worden gedaan op de bedrijven die de inventarisatie van hun software al achter de rug hebben. Het is duidelijk dat deze bedrijven, door het beschikbaar stellen van deze moeizaam verkregen informatie, ook de vruchten zullen plukken van deze openheid. Een sneuvelend fundament van onze economie zal de millennium-proof bedrijven namelijk ook hard treffen. Het ‘jaar 2000’-probleem stopt nu eenmaal niet aan de poorten van een bedrijf.
H. Wamsteker