21 augustus 2025 – Gegevens van het Cyberbullying Research Center (Data from the Cyberbullying Research Center) laten zien dat 58% van de middelbare scholieren in de VS online te maken had met intimidatie. In 2019 was dat 37% en slechts 24% tien jaar geleden. Uit afzonderlijke gegevens blijkt dat 43% van de tieners die videogames spelen, ooit gepest is. Sommigen werden uitgescholden, anderen werden fysiek
Ouders maken zich terecht zorgen over die trends. Zoals bij veel online fenomenen kunnen die halve waarheden, mythes en misvattingen de realiteit van cyberpesten verdraaien en het nemen van de gepaste opvoedingsbeslissingen in de weg staan. Phil Muncaster van ESET somt ze op:
1. Wat online gebeurt, blijft online
De technologie maakt het pesten mogelijk, maar pesten heeft zijn wortels diep in de menselijke psyche. Kinderen maken zich schuldig aan pestgedrag wegens heel wat redenen. Sociale media geven hen nu de mogelijkheid om anderen op een meer grondige manier te pesten. Maar soms willen pestkoppen hun slachtoffers ook in het echte leven pesten. Al doen ze het niet, kan de psychologische schade die ze aanrichten toch een impact hebben op hun slachtoffers in de echte wereld.
2. Kinderen zijn nu eenmaal kinderen
Pesten afdoen als iets dat normaal is bij het opgroeien, kan op de lange termijn ernstige gevolgen hebben voor de sociale en emotionele ontwikkeling van de gepesten. Maar cyberpesten is niet iets wat alleen kinderen overkomt. Trolling, doxing, wraakporno en stalking zijn allemaal vormen van cyberpesten die de meesten van ons wel kennen. 40% van de Amerikanen geeft aan online pesterijen te hebben meegemaakt.
3. Negeer het en het gaat vanzelf over
Het is verkeerd te denken dat het melden van pestgedrag dit alleen maar erger maakt. Soms kan het negeren van pestgedrag de pester juist moed geven en denkt hij dat zijn daden impact hebben. Een meisje schreef op de website van Unicef (this girl wrote on the Unicef website) : alleen door samen actie te ondernemen en de pester rechtstreeks aan te spreken, is er hoop op een oplossing.
4. Mijn kind vertelt me wel als er iets mis is
Is je kind altijd eerlijk en open tegen je, dan ben je een gelukkige ouder. Kinderen maken verschillende fasen door, waarbij de psychologische en emotionele relatie met hun ouders evolueert. In hun tienerjaren schamen ze zich misschien te veel om te vertellen dat er iets mis is, of voelen ze zich te vernederd. Misschien begrijpen ze de ernst niet van wat er met hen gebeurt. Of ze zijn bang dat je ze straft of hun toestel afneemt. Je kind geruststellen dat je er bent om te steunen, niet om te oordelen of te straffen, is het beste wat je kunt doen om het te helpen zich open te stellen.
5. Verwijder de technologie en het probleem is opgelost
Cyberpesten is mogelijk door de technologie, maar het verdwijnt niet als je de smartphone van je kind wegneemt. Als het op school gepest wordt, zijn er tal van mogelijkheden om de intimidatie offline voort te zetten. Je kind straffen door zijn of haar toestel af te pakken, zal de pester blij maken, maar het doet niets aan de relatie tussen jou en je kind.
Zie ook https://www.youtube.com/watch?v=RnPJVqMy_00
6. Het is haast onmogelijk om online-pesters te identificeren
Soms geeft online anonimiteit pesters juist macht, net zoals het cybercriminaliteit mogelijk maakt. De meeste pesters kennen echter hun slachtoffers, of het nu klasgenoten, voormalige vrienden of liefdespartners zijn. Het klopt dat sociale media bepaalde gebruikers kunnen ontmaskeren als bewezen is dat ze de servicevoorwaarden hebben overtreden door middel van intimidatie of pesten.
7. Makkelijk te herkennen
Cyberpesten gebeurt virtueel. Het laat geen fysieke littekens achter, maar kan slachtoffers mentaal beschadigen. Dat maakt het moeilijk voor ouders, zeker als je het lastig vindt om met je kinderen openlijk over gevoelens te praten. Je moet de waarschuwingssignalen dus beter herkennen. Plotse veranderingen in gedrag, houding of schoolprestaties kunnen een nuttige indicator zijn. Maar het is niet evident. Onderzoeken op vriendelijke wijze kan soms nodig zijn.
8. Cyberpesters zijn gemene rakkers
Als cyberpesters ontmaskerd worden, kan hun identiteit vaak vrienden en familie schokken. Online kunnen mensen dingen zeggen en doen die ze in het echte leven nooit zouden doen. De meeste pesters werden zelf gepest of mishandeld, hebben een laag zelfbeeld of psychische problemen of ondergaan groepsdruk. Het is gemakkelijk om ze af te schilderen als duivels maar de waarheid is meestal ingewikkelder dan dat.
9. Cyberpesten veroorzaakt een groot aantal zelfmoorden
Volgens officiële Amerikaanse gegevens is 14,9% van de adolescenten slachtoffer geworden van cyberpesten en 13,6% van de adolescenten heeft een serieuze zelfmoordpoging gedaan. Er zijn veel redenen waarom jongeren een einde aan hun leven willen maken, en cyberpesten kan daar al dan niet een van zijn. Hoe dan ook, we moeten alert zijn voor de gevaren die aanhoudende online intimidatie vormt voor de meest kwetsbaren in de samenleving.
10. Socialemediaplatformen dragen de schuld
Sociale media platformen worden vaak gedemoniseerd als “enablers” van cyberpesten. Maar wetgevers dwingen hen steeds vaker om hun ecosystemen beter te bewaken. De UK’s Online Safety Act is een van de strengste wetten ter wereld en legt bepaalde online dienstverleners een “zorgplicht” op om het welzijn van hun gebruikers te garanderen. Pesten is niet altijd gemakkelijk te herkennen. Context, nuances, jargon en taalkundige eigenaardigheden kunnen lastig te detecteren zijn door algoritmes. Maar hoe dan ook, het is belangrijk dat ouders met hun kinderen praten over de risico’s en valkuilen van sociale media.
“Geen enkele ouder wil dat zijn kind aan cyberpesten blootgesteld wordt. Maar als alternatief het kind van de digitale wereld afschermen, kan meer kwaad dan goed doen. We moeten alert blijven op waarschuwingssignalen, een open dialoog voeren en emotionele (en technische) ondersteuning bieden. We moeten een plan bedenken en het probleem samen, als een team aanpakken,” zegt Phil Muncaster, Security Awareness Specialist bij ESET.