De Nederlandse overheid geeft te weinig steun aan R&D-programma’s van dienstverleners. Zij heeft nog steeds ‘ingenieurs in witte jassen’ in haar achterhoofd bij het opstellen van subsidie- en kredietregelingen.
Dit stelt professor Eduard Bomhoff, directeur van Nijfer, het economisch onderzoeksinstituut van de universiteit Nijenrode. Bomhoff vindt dat subsidie- en kredietregelingen van het ministerie van Economische Zaken (EZ) nog steeds op de industrie worden afgestemd.
"De IT-wereld biedt enorme mogelijkheden voor de dienstensector. Mijn indruk is dat de technologiebedrijven wel geld krijgen van de overheid, terwijl de R&D-investeringen van pakweg KLM of Ahold daarvoor minder in aanmerking komen. Terwijl het, met behulp van nieuw ontwikkelde computerprogramma’s, slimmer invullen van vliegtuigstoelen of het effectiever inzetten van kassa’s net zo goed R&D is."
Een woordvoerder van EZ reageert met "wij discrimineren niet. Industrie en dienstverlening zijn ons even lief. Ons technologisch bevorderingsinstrumentarium staat voor beide open." Wel erkent hij dat in de praktijk de industrie het meest profiteert van de regelingen. Dat komt volgens hem doordat deze tak nu eenmaal meer in R&D investeert dan de dienstensector. Uit cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek blijkt wel dat groei in R&D-uitgaven in de dienstensector vorig jaar een stuk hoger lag dan die van de industrie (25 tegenover 6 procent).
Ook Senter, de instantie die namens EZ subsidie- en kredietregelingen uitvoert, kan zich niet in Bomhoffs beeld vinden. Volgens een zegsvrouw komt de dienstverlening duidelijk naar voren in de statistieken. "Uit cijfers van het EZ-directoraat-generaal voor industrie & diensten blijkt dat in 1997 5 procent van de beleidsgelden naar zakelijke dienstverlening is gegaan."
EZ kent allerlei subsidie- en kredietregelingen voor technologie-onderzoek. De belangrijkste drie zijn: de Kredietregeling elektronische dienstenontwikkeling (Kredo); de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (Wbso); en de subsidieregeling Bedrijfsgerichte Technologische Samenwerkingsprojecten (BTS). Op Europees niveau kunnen bedrijven terecht bij het Vijfde Europese Kaderprogramma voor Onderzoek en Technologische Ontwikkeling, waar zo’n acht miljard gulden is uitgetrokken voor IT-projecten.