Deze week presenteert Sun Microsystems zijn eerste Network-attached storage-arrays (Nas-arrays), waarmee de onderneming een alternatief wil bieden voor de relatief dure netwerkopslag via servers.
Nas-arrays zijn, in tegenstelling totserver-attached opslag-arrays, meestal verbonden met de servers en clients via een Ethernet-Lan-verbinding in plaats van een kostbare Scsi- of fiber-channel-verbinding. Bovendien wordt de server door een Nas-array als het ware ‘uit het netwerk gehaald’. Voor de clients lijkt het alsof zij nog steeds de server benaderen, maar in feite benaderen ze de Nas-array.
De toekomstverwachtingen voor de Nas-array zijn gunstig. Dat komt omdat steeds meer bedrijven geneigd zijn servers geen opslagfunctie meer te geven. De vraag naar opslagcapaciteit verdubbelt ieder jaar, terwijl de opslagcapaciteit van servers jaarlijks ‘slechts’ met dertig tot vijftig procent toeneemt. Die twee lopen dus al snel volledig uit de pas. Het is een vrij kostbare zaak om ieder jaar de servercapaciteit uit te breiden. De Nas-arrays vormen daarom een financieel aantrekkelijk alternatief op deze uitbreiding van het serverpark.
Ook andere hardware-producenten hebben Nas-arrays op de markt gebracht, die erg goed lopen. Sun wil duidelijk meeprofiteren van deze ontwikkeling in netwerkopslag. De Nas-arrays functioneren niet alleen binnen de ‘eigen’ markt van Solaris-servers, maar kunnen ook in een Unix- of Windows NT-omgeving draaien.