Ooit stonden wij na een bedrijfsovername de verkopende partij bij in een procedure waarin door de koper de vernietiging van een bedrijfsovername werd gevorderd. Het ging om de koop en verkoop van een bedrijf dat in het hele land drank- en snoepmachines had opgesteld bij kantoren en bedrijven. De omzet werd gegenereerd uit het onderhoud en de verkoop van producten voor deze machines.
Al vrij snel na de verkoop vond de kopende partij dat de omzetten tegenvielen en stelde hij dat de verkoper, onze cliënt dus, hem over de (toekomstige) omzet onjuist had geïnformeerd. De koper vorderde op die grond een schadevergoeding. In de hierop gevoerde procedure werd de kopende partij door de rechtbank in het ongelijk gesteld, omdat er in dit geval door de verkopende partij in de koopovereenkomst geen uitspraken waren gedaan, laat staan garanties waren gegeven, over te behalen omzetten. Gelukkig waren er in dit geval geen omzetgaranties afgegeven. De verkoper had de koper zelfs de gelegenheid gegeven een boekenonderzoek uit te voeren om in het verleden behaalde omzetten te controleren. Ook de overeengekomen machines waren volgens afspraak geleverd. Het risico van de (door de koper te behalen) omzet na de overdracht, dus na levering van de apparaten, werd in dit geval bij de koper gelegd. Men kan zich natuurlijk afvragen in hoeverre een verkopende partij wel kan instaan voor – veelal niet door hem te beïnvloeden – verkoopinspanningen door de koper na de overname van een bedrijf. Bij de verkoop van een bedrijf dient men de verkoper dan ook te behoeden voor het afgeven van garanties.
Doorslaggevend
Bij een besluit tot overname van een bedrijf en de bepaling van de koopprijs spelen de te genereren omzet en winst uiteraard wel een rol van doorslaggevende betekenis. Om de verwachtingen van de koper zoveel mogelijk zeker te stellen kan een omzetgarantie worden overeengekomen. Zo’n garantie kan ertoe leiden dat de verkoper een gedeelte van of soms zelfs de gehele koopsom moet terugbetalen als blijkt dat de koper met het gekochte bedrijf niet de gegarandeerde omzet kan realiseren die door de partijen vooraf is overeengekomen. De partijen kunnen daarbij een referentieperiode overeenkomen – een of meerdere jaren na levering – en dienen daarbij de omstandigheden die leiden tot restitutie van de koopsom zorgvuldig te omschrijven.
Het belang van een zorgvuldige formulering van een garantiebeding bleek in een zaak die diende bij de rechtbank Arnhem op 8 september 2004 (nr. 108404/HA ZA 04-40). Het betrof een geschil over de uitleg van het begrip ‘omzet’ in een tussen twee partijen overeengekomen omzetgarantiebeding bij een overnameovereenkomst, in dit geval de verkoop van een franchiseformule. Het beding behelsde een percentuele koopprijsreductie als de te behalen omzet achterbleef bij de behaalde omzet in het boekjaar 2002. De partijen verschilden achteraf van mening over de vraag of met ‘omzet’ was bedoeld de door de koper te behalen omzet (mede) door afzet aan de overgenomen franchisenemers of dat met ‘omzet’ was bedoeld de door alle overgenomen franchisenemers gezamenlijk te behalen omzet. De laatste omzet was uiteraard vele malen hoger. In een voorlopige/tussenuitspraak oordeelde de rechter dat de koper goede gronden had de door hem bedongen koopsomreductie te effectueren. De verkopende partij krijgt nog wel de gelegenheid aan te tonen dat het door haar gehanteerde ruimere begrip ‘omzet’ bij de uitleg van de overeenkomst moet worden gevolgd. De zaak loopt dus nog, maar het zal voor de verkoper slechts tot een gunstige( r) uitspraak kunnen leiden, als hij erin slaagt aan te tonen dat het (voor hem gunstige) ruimere begrip omzet moet worden gevolgd. Verschil van mening over de uitleg van overeenkomsten komt uiteraard vaker voor. Daarom heeft ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, al eerder bepaald dat bij de uitleg van een ‘onduidelijk’ contractueel beding niet strikt aan de bewoordingen daarvan moet worden vastgehouden, maar dat de bewoordingen van een overeenkomst zoveel mogelijk aan de hand van de strekking van de overeenkomst en de bedoeling van de partijen dienen te worden uitgelegd. Om bij het sluiten van de overeenkomst een kater te voorkomen, ofwel om latere geschillen over de uitleg van de overeenkomst zoveel mogelijk te beperken, is het raadzaam om waar mogelijk een extra toelichting op te nemen in het contract ter verduidelijking van belangrijke bepalingen, ook al lijkt de verdere invulling voor beide partijen bij het ontkurken van de champagne zonneklaar.