Het World Economic Forum (WEF) en de internationale businessschool INSEAD vinden dat Noord-Europese landen hoog scoren op ‘information technology readiness’. Cisco waarschuwt echter voor toenemende concurrentie uit soms onverwachte hoek.
Ook stelt Cisco dat Nederland een aantal voordelen heeft ten opzichte van de topscorers Noorwegen, Zweden, Denemarken, Finland en IJsland.
De Network Readiness Index (NRI) die het WEF en INSEAD jaarlijks bekend maken, geeft een raming van de impact van ICT op het ontwikkelingsproces en concurrentievermogen van landen en meet de gezindheid van een land om ICT te benutten voor ontwikkeling en verbetering van de concurrentiepositie. Sinds de aanvang van de NRI in 2001, domineren de bovengenoemde vijf Noord-Europese landen de top tien.
Echter, Cisco stelt dat samen met de Verenigde Staten, Singapore, Zwitserland en Groot-Brittannië, Nederland een aantal voordelen heeft waardoor de positie van de topscorers kan veranderen. Het gaat vooral om een simpeler en beter gestroomlijnd proces voor startende en bestaande bedrijven, meer openheid in het investeren en gebruiken van buitenlandse technologieën, lagere communicatiekosten (inclusief breedbandabonnementen) en kwalitatief hoger onderwijs, met name in Zwitserland en Singapore.
De hoge positie op de lijst staat onder druk door sterke wereldwijde concurrentie, meent Cisco. "Ver ontwikkelde economieën beseffen dat hun succes sterk afhangt van het kopen, opbouwen en delen van kennis. Hiertoe moet een land duurzaam investeren in onderwijssystemen, informatienetwerken, innovatie en aanmoedigend beleid om tot een kenniseconomie te komen."
Niels Furu, vice president Nordic region bij Cisco: "In de komende jaren zal de invloed van een land als India, met enorme aantallen hoogopgeleide engineers, zeker worden gevoeld. De Noord-Europese landen moeten dan ook vindingrijk en dynamisch blijven. Ze moeten zich blijven richten op hun huidige sterktes, inclusief de hoge kwaliteit van leven in veilige en milieuvriendelijke omgevingen, maar ook bedacht zijn op mogelijke nieuwe bronnen van creativiteit en initiatieven."
Het rapport is online beschikbaar.