Ruim een jaar na de komst van Windows Vista brengt Microsoft nu het eerste service pack (SP1). Dat is een belangrijke stap, want traditioneel wachten veel bedrijven op SP1 om een nieuw besturingssysteem van Microsoft ook echt te implementeren.
Het is een dooddoener dat je op het eerste service pack moet wachten voordat je een nieuw Microsoft-besturingssysteem op grote schaal in gebruik mag nemen. Dat hebben ze bij de marketingafdeling van Microsoft ook goed begrepen, want Windows Server 2008, dat gebaseerd is op dezelfde kerncode als Windows Vista SP1, wordt direct gelanceerd als Windows Server 2008 SP1. Het oproepen van het informatiescherm Systeemeigenschappen geeft dat ook te zien. Het eerstkomende service pack voor Server 2008 is dan officieel dus SP2.
De hoop is dat bedrijven Microsofts nieuwe serverbesturingssysteem direct als volwaardig en "af" zullen beschouwen. Daar zijn ook wel gegronde redenen voor, want de vele patches, bugfixes en verbeteringen van het eerste service pack voor Vista zitten al standaard verwerkt in Windows Server 2008. De kinderziekten zijn er dus wel uit.
Hoewel Vista SP1 pas midden maart officieel (en gratis) verkrijgbaar zal zijn, is de definitieve versie al op 4 februari naar de fabriek gestuurd waar de Vista-dvd’s worden geperst. SP1 is vanaf midden maart standaard geïntegreerd in de diverse uitvoeringen van Vista die te koop zijn. Dat is dus: vooraf geïnstalleerd op laptops en pc’s, te koop in de winkel, of in licentie gegeven aan grote bedrijven via Volume Licensing. Andere gebruikers kunnen de update vanaf midden maart op dvd bestellen, of via Windows Update of Microsoft Download binnenhalen. Vanaf midden april wordt SP1 automatisch geïnstalleerd bij gebruikers die hun Vista aldus hebben ingesteld.
Het gaat overigens om een forse download van 400 MB voor de 32-bit uitvoering en iets meer dan 700 MB voor de 64-bit uitvoering. Windows Update verspreidt de update gelukkig wel op een intelligente manier. Gebruikers die hun Vista-systemen regelmatig vernieuwen, hebben immers al een groot deel van de verbeteringen binnengehaald; die worden dan natuurlijk niet nog een keer opnieuw via Windows Update geïnstalleerd. Dat is ook op de eerste plaats de bedoeling van SP1: alle updates voor Vista die het afgelopen jaar werden verspreid, verpakken in één eenvoudig te installeren update.
Nederlandse versie
Op 4 februari waren de Engelse, Franse, Spaanse, Duitse en Japanse versies van Vista SP1 gereed en dus bestempeld tot RTM, ofwel ‘release to manufacturing’. Op de Nederlandstalige SP1 is het nog even wachten. De RTM zal voor de Nederlandse versie pas in april gebeuren. Medio mei zal SP1 dan officieel in het Nederlands beschikbaar zijn. De automatische update is voor midden juni bij gebruikers die hun systeem hebben ingesteld om updates zelfstandig binnen te halen.
De uitrol van SP1 gebeurt in verschillende stadiums, want er is nogal wat te updaten. Microsoft heeft naar eigen zeggen in een jaar tijd honderd miljoen licenties van Vista geleverd. Die moeten allemaal worden bijgewerkt met SP1.
Onder de motorkap
SP1 voor Vista bevat ook reeds uitgebrachte patches. Maar welke verbeteringen brengt SP1? De gebruiker zal er aan de interfacekant van Vista weinig van merken. Ook zitten er geen nieuwe applicaties of hulpmiddelen in SP1. De belangrijkste vernieuwingen zitten onder de motorkap en verbeteren volgens Microsoft de stabiliteit, veiligheid en prestaties van Vista. Over de eerste twee aspecten kunnen we als tester weinig zinnigs zeggen. Wij zien in het testlab meestal volledig nieuwe systemen met Vista erop geïnstalleerd en hebben daarbij nog nooit enige vorm van instabiliteit vastgesteld. Vista draait volgens onze ervaringen trouwens stabieler dan XP op dezelfde hardware; het geeft minder crashes en blauwe schermen.
Op het vlak van de ondersteuning voor oudere hardware – iets waar vooral thuisgebruikers van wakker liggen – biedt SP1 niet echt soelaas. Geschikte drivers leveren voor Vista is volgens Microsoft de verantwoordelijkheid van de hardwareproducenten, een argument waar veel voor valt te zeggen. Wel is het zo dat het aantal hardware-drivers voor Vista in een jaar tijd meer dan verdubbelde: van 34.000 in november 2006 tot 78.000 in januari van dit jaar. Maar dat heeft eigenlijk weinig te maken met SP1.
Prestaties
Over de prestaties kunnen we wel iets zeggen, hoewel dat ook niet meer dan een momentopname kan zijn, gebaseerd op een beperkt aantal hardwarestalen. We installeerden zowel de 32-bit als de 64-bit uitvoering van Vista SP1. Voor de 32-bit uitvoering gebruikten we een Asus F3S notebook met 1,83 GHz Intel Core 2 Duo T5550, 3 GB geheugen en Windows Vista Business. De Windows Experience Index (WEI) van deze notebook is 3.3. Voor de 64-bit uitvoering gebruikten we een zelfbouw-pc met 3,46 GHz Intel Pentium Extreme Edition 955, Intel D975XBX moederbord, 1 GB 667 MHz DDR2 geheugen en Windows Vista Ultimate. De WEI van deze test-pc is 4.5.
De installatieprocedure kan meer dan een uur duren en herstart de computer "verschillende keren", zo staat op het scherm. Tijdens de installatie van SP1 kan de computer uiteraard niet worden gebruikt. Op de Asus-notebook duurde de installatie uiteindelijk drie kwartier, waarbij er tweemaal werd herstart. Op de desktop duurde de installatie 68 minuten met twee keer herstarten.
We hebben de prestaties gemeten voor en na de installatie van SP1 met (waar van toepassing) zowel 32-bit als 64-bit benchmarks, waaronder PCMark Vantage Professional en de diverse versies van 3DMark. Op basis van onze testen kunnen we zeker stellen dat Vista door SP1 wordt versneld, vooral daar waar het telt, namelijk bij de invoer- en uitvoer van en naar geheugen en harde schijf. De snelheidsverbeteringen in synthetische benchmarks zoals PCMark Vantage beperken zich tot enkele procenten. De grafische testen geven geen noemenswaardige verschillen met of zonder SP1. De snelheidsverbetering is ook meer uitgesproken bij de 64-bit uitvoering van Vista.
Bestanden kopiëren
SP1 is vanaf maart ge��ntegreerd in de diverse uitvoeringen van Vista. Ook voerden we enkele grote kopieeropdrachten uit, zowel naar externe geheugens als naar netwerkschijven. Het kopiëren van grote bestanden gaat iets sneller onder SP1, zowel lokaal als vanaf netwerkdrives. Een bestand van 9,18 GB kopiëren naar een externe USB 2.0-schijf duurde 6 minuten 48 seconden op Vista, en 6 minuten 32 seconden op SP1. Een bestand van 664 MB kopiëren vanaf een netwerkdrive duurde op Vista 70 seconden en op Vista SP1 60 seconden.
De Windows Experience Index (WEI) van een Vista-systeem met of zonder SP1 blijft volgens onze testen overigens exact dezelfde. We zijn echter al blij dat SP1 de prestaties van Vista tenminste niet negatief beïnvloedt. Nog meer goed nieuws: verbindingen met externe bureaubladen werken merkbaar sneller op SP1.