Intel wil bijdragen aan een open, gemakkelijk te beheren, apparaat-bewuste en veilige cloud. Dat is de centrale boodschap die woensdag 27 oktober 2010 te beluisteren viel tijdens een bijeenkomst in CERN waarop de chipfabrikant zijn ‘Cloud 2015’-visie presenteerde.
De chipfabrikant hoopt het onstaan van deze ideale cloud te stimuleren via een aantal initiatieven. Zo is Intel als technisch adviseur verbonden aan het bestuurscomité van de Open Data Center Alliance, een consortium van zeventig grote ondernemingen, die samenwerken bij het ontwikkelen van open referentie-architecturen voor datacentra om leveranciersafhankelijkheid te vermijden.
Daarnaast wil Intel, samen met een verzameling cloudproviders, ook zelf werken aan open referentie-architecturen. Binnen het Intel Cloud Buildersprogramma wil de chipfabrikant ’tastbare recepturen ontwikkelen om clouds uit te rollen zonder het riscico in de toekomst ingesloten te zijn’, zo vertelt vice president Boyd Davis van de Intel Architectuurgroep.
Binnen Cloud Builders werkt Intel onder meer samen met leveranciers van besturingssystemen zoals Microsoft, Red Hat en Canonical, virtualisatiesleveranciers Citrix en VMware, hardwareleveranciers zoals HP en IBM en netwerkleveranciers waaronder Cisco. ‘We willen bedrijven helpen om te ontdekken welke stappen ze moeten nemen om een cloudarchitectuur te bouwen en te verbeteren.’
Migraties tussen datacentra
Via deze initatieven zegt Intel eraan te willen bijdragen dat bedrijven hun applicaties en bronnen gemakkelijk kunnen verhuizen van private naar publieke clouds en andersom.
Maar ook verhuizingen tussen publieke datacenters moeten gemakkelijk worden, zo betoogt technisch marketing adviseur Rob Kypriotakis van Intel: ‘Vandaag is het ene datacentrum goedkoop, morgen het andere. En daarnaast kan het bijvoorbeeld ook interessant zijn om voor overdag een datacentrum te kiezen dichtbij je klanten en ’s nachts één op een locatie waar energie heel goedkoop is.’
Beheerbaarheid en beveiliging
Daarnaast betoogt Intel dat hardware- en softwarebronnen binnen de cloud ten allen tijde gemakkelijk te beheren moeten zijn. Technisch marktingadviseur Rob Kypriotakis toont om dit principe te demonstreren een Intel-plugin voor de VMWare vCenter console, waarmee datacentrumbeheerders het energieverbruik van hun servers gedetailleerd kunnen reguleren. ‘Met deze tool kan je als datacentrumbeheerder een energielimiet bepalen voor je totale datacentrum. Die beperking wordt dan verdeeld over je gehele datacentrum, waardoor iedere server iets langzamer gaat draaien.’
Een ander aspect van beheerbaarheid is beveiliging. ‘Klanten hebben vaak een eigen datacentrum, maar huren daarnaast ook capaciteit in bij hosting providers. Je huurt dan een bepaalde hoeveelheid ruimte waar je je servers inzet, maar het kan heel goed dat naast jouw server een server van je concurrent staat. Wanneer een techneut van de concurrent nieuwe software komt installeren, kan hij theoretisch een lokale VMWare-image van een virtuele machine downloaden, een user account toevoegen en dat image vervolgens weer uploaden. Om dat soort veranderingen te kunnen detecteren, hebben we entrusted execution technologie in onze servers geïntegreerd. Die verifieert of de software in de tussentijd veranderd is, aan de hand van een digitale handtekening die eerder in een trusted platform module op moederbord is opgeslagen. Hij kijkt naar de hardwareconfiguratie, de bioscode, firmware, netwerkkaartconfiguratie, maar ook naar de hypervisor.’
Apparaatbewustzijn
Ook is Intel van mening dat applicaties die binnen de cloud draaien meer ´apparaat-bewustzijn’ moeten krijgen. Een voorbeeld van dat laatste zijn de web API’s for the client aware cloud’ die 27 oktober in beta beschikbaar kwamen. Website-ontwikkelaars en ecommerce providers kunnen deze API’s benutten om hun web-applicaties onder meer ‘batterij-bewustzijn’ te geven. Dat biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om een transactie op te slaan, wanneer blijkt dat een klant vanaf zijn laptop opeens zonder stroom komt te zitten. Kypriotakis: ‘Wanneer de klant zich opnieuw meldt, hoeft hij dan niet van voren af aan te beginnen met zijn online transactie.’
