Werkgevers raken meer dan 20 procent van de potentiële werknemers al tijdens de studie kwijt. Gelukkig voor de IT-bedrijven wil het gros gewoon in loondienst bij een automatiseringsbedrijf. Vooral vanwege de veelzijdigheid; ontplooiing en carrièremogelijkheden komen er bekaaid af.
Dit blijkt uit een rapport van Blauw Marktonderzoek. Het bureau vroeg zowel informatica-studenten als bijvoorbeeld bedrijfskundigen met een informatica-afstudeerrichting naar hun plannen na de studie. Iets meer dan eenvijfde van alle informatica-studenten weet al tijdens de studie dat ze later niet in de IT willen gaan werken. Het zijn vooral de bedrijfs- en bestuurskundig georiënteerde academici (met studierichtingen als bijvoorbeeld Bestuurlijke Informatica) die besluiten hun heil elders te zoeken: 34,2 procent tegen 19,1 procent van de overige studenten. De redenen die de ondervraagden opgeven, variëren van ‘geen interesse’ of ‘geen affiniteit’ tot ’te technisch’, ‘een hekel aan programmeren’ en ’te eenzijdig werk’.
De grote meerderheid van de respondenten, bijna 80 procent, wil later wèl een baan in de IT. Ruim tweederde hiervan geeft aan in loondienst te willen werken bij een automatiseringsbedrijf. Meest genoemde reden hiervoor is dat een dergelijke baan het meest bij de studie aansluit of het best in zijn of haar vakgebied past. Meer dan eenvijfde (23 procent) geeft aan dat de verwachte afwisseling en veelzijdigheid reden is om bij een automatiseringsbedrijf te willen werken. Opvallend zijn de zeer lage percentages studenten die kiezen voor een automatiseringsbedrijf vanwege ontplooiingsmogelijkheden (0,8 procent), doorgroei- en carrièremogelijkheden (1,2 procent) en de uitdaging (1,6 procent). Ook is het toekomstperspectief voor slechts zeer weinigen de motivatie (4,4 procent). Ook werkgevers maken zich overig zorgen over de geringe carrièremogelijkheden in de IT, zoals onlangs bleek bij het congres ‘Op jacht naar de IT’er’.
‘Gewoon’ bedrijf
Werken binnen de IT bij een ‘gewoon’ bedrijf – bijvoorbeeld bij een bank of verzekeringsinstelling – noemt 52 procent van de studenten als mogelijke bestemming. Ook hier scoort afwisseling en veelzijdigheid hoog ( 26,1 procent). Vaak wil men ook vanuit een negatieve motivatie bij een gewoon bedrijf werken (omdat hij of zij nu eenmaal niet bij een automatiseringbedrijf terecht wil komen). Bij een aantal leeft duidelijk het idee dat een automatiseringsbedrijf hetzelfde is als een detacheringsbureau. Als reden om niet te kiezen voor een automatiseringsbedrijf noemen ze bijvoorbeeld ’te veel bij verschillende klanten werken’, ’te lange reistijden’ en ‘van het ene naar het andere bedrijf gestuurd worden, zodat je niet kan werken aan iets blijvends’. Eén student gaf zelfs als antwoord: "spreekt meer aan dan freelancer".
Werken als freelancer op projectbasis ziet iets meer dan 20 procent van alle ondervraagden als mogelijkheid. Weer scoort afwisseling en veelzijdigheid hoog; 59,3 procent geeft het als reden op. Voor bijna eenderde is vrijheid, onafhankelijkheid en avontuur de motivatie. Werken als zelfstandig ondernemer is voor eenvijfde van de ondervraagden een optie, waarbij vrijheid, onafhankelijkheid en avontuur het vaakst als motivatie genoemd worden. Meer dan 10 procent kiest voor het ondernemerschap vanwege het toekomstperspectief.
De populairste baan onder studenten is die van functioneel systeemontwerper (door 69,8 procent genoemd), gevolgd door informatie-analyst en consultant. De voorkeur voor het werkgebied loopt per studierichting overigens behoorlijk uiteen. Van degenen die technische informatica studeren is bijvoorbeeld 70,2 procent geïnteresseerd in het bouwen van software, van de studenten informatiekunde of informatietechniek is dat slechts 28,3 procent.
