Internet en E-commerce

E-commerce is een verzamelnaam voor alle manieren waarop via digitale wegen (het internet of extranet) handel wordt bedreven.

Wat is dat?

E-commerce is een verzamelnaam voor alle manieren waarop via digitale wegen (het internet of extranet) handel wordt bedreven. Andere benamingen van e-commerce zijn electronic commerce of elektronische bedrijfsvoering.

Anders gezegd is e-commerce de mogelijkheid die wordt geboden producten en diensten af te nemen via het internet. Consumenten drijven vaak online handel via veilingen, bijvoorbeeld marktplaats. Bij bedrijven gaat het om het verkopen van bijvoorbeeld halffabrikaten of diensten. Er zijn op het internet allerhande ondernemingen te vinden die producten aanbieden aan consumenten.

Soms wordt er een verschil gemaakt tussen e-commerce en e-business. E-business wordt ruimer gedefinieerd en zou ook gaan om transacties binnen de organisatie. Wij gebruiken in dit artikel de term e-commerce.

Wat zijn de trends?

• Volgens onderzoeksbureau Forrester zal de Europese e-commercemarkt tot 2011 jaarlijks met 21 procent groeien. Dat betekent dat de omzet uit deze markt in 2011 263 miljard euro zal zijn. De Nederlandse markt voor e-commerce groeit tot 2011 jaarlijks met 28 procent. Dit betekent dat Nederland één van de snelst groeiende landen is op het vlak van e-commerce.
• Webwinkels veranderen van online catalogussen in gebruikersvriendelijke warenhuizen, schrijft Annette Kreisel van EVD in een rapport. Daardoor zag Thuiswinkel het aantal bedrijf-naar-consument-transacties in 2006 groeien met 28 procent. Populaire producten om online aan te schaffen zijn reizen, elektronica, verzekeringen en kleren.
• Slechts 6 procent van de Europeanen bezoekt tijdens het webwinkelen een site buiten zijn eigen land. Een open Europese markt bestaat op dit punt niet, meent de Europese Commissie.
• De bereikbaarheid van grote Nederlandse e-commerce sites is over het algemeen goed. Dat blijkt uit onderzoek van ip-label onder twintig grote e-commerce sites. Gemiddeld één op de tweehonderd keer dat een site werd opgevraagd was deze niet bereikbaar. Een zelfde onderzoek werd uitgevoerd in Frankrijk en Spanje. Daar laag het onbereikbaarheidpercentage op zo'n 1 procent.
• Steeds meer webshops maken gebruik van rich internet applications (ria's). In 2002 werd de term door Macromedia geïntroduceerd. Inmiddels komen er steeds meer leveranciers en oplossingen op dit vlak.

Welke oplossingen zijn er?

• Er zijn voorgebouwde websites op het internet te vinden waar de webwinkel van een bedrijf ‘in gegoten' kan worden. Deze webwinkels hebben wel een generiek ontwerp en zijn daarom mogelijk minder flexibel bij het koppelen aan de bestaande ict-infrastructuur.
• Vroeger werden websites nog met html in elkaar gesleuteld. Iedereen kent wel het eindeloos invullen van formulieren, opnieuw data selecteren en blijven hopen dat het systeem het pakt. Vervolgens kun je de gegevens die je hebt ingevuld niet meer wijzigen. Rich internet applications (ria's) vormen hiervoor de oplossing. Deze applicaties kunnen meteen reageren op een klikactie en er hoeft geen nieuw scherm te worden geopend. Ook zijn er meer mogelijkheden om multimediale aspecten toe te voegen. Een nadeel is dat het laden van de website langer kan duren. Een ria wordt geprogrammeerd in Flash of Ajax.
• Het is verstandig om de webwinkel te laten integreren met de totale bedrijfsvoering. Dus bijvoorbeeld met een crm-systeem, een erp-pakket, voorraadbeheer of e-mail. Dat maakt de webwinkel voor de klant nog gebruiksvriendelijker. Dit moet natuurlijk wel goed beveiligd worden. Een ria draait gewoonlijk in een afgesloten omgeving. Er moeten daarom koppelingen gemaakt worden met de bestaande ict-infrastructuur. Hiervoor brengen onder andere IBM en Software AG producten op de markt.