James Gosling, de ‘vader van Java’, verlaat Oracle, waar hij cto van de client software groep was.
Na de overname van Sun Microsystems door Oracle hebben al een reeks Sun-veteranen het bedrijf verlaten, maar met James Gosling vertrekt wel een – zo niet hét – boegbeeld van het Java-gebeuren binnen Sun. Na de overname werd Gosling de chief technology officer van de client software groep binnen Oracle, maar uit die functie heeft hij op 2 april ontslag genomen. Een specifieke reden voor zijn vertrek geeft hij niet, behalve dan de opmerking dat wat hij hierover ook ‘accuraat en eerlijk zou zeggen, meer kwaad dan goed zou doen’.
Wel is bekend dat Gosling al bij een vroegere overnamepoging – toen door IBM – vragen stelde over mogelijke ‘cultuur’-conflicten tussen de overnemer en de Sun-mensen. Omdat Gosling een vrij figuur is in de vrije wereld van Java, komt zijn vertrek zeker niet als een verrassing. Een andere vertrekker, XML-uitvinder Tim Bray, twitterde zelfs dat hij verbaasd was dat Gosling het zo lang heeft volgehouden.
Wat hij gaat doen, is nog niet duidelijk, want Gosling stelt even een periode van rust na te streven voor hij een nieuwe baan zoekt.
Gosling is Canadees van oorsprong (Calgary, Alberta) en haalde zijn eerste diploma computerwetenschappen aan de universiteit van zijn geboortestad, gevolgd door een doctoraat aan de Carnegie-Mellon University. In 1984 ging hij werken bij Sun Microsystems. Daar groeide de taal die hij creëerde voor het ‘Oak’-project – een virtuele omgeving voor onder meer tv-settopboxen – uit tot het Java-platform dat tegenwoordig alle mogelijke ‘devices’ omvat, van smartcards tot topservers.