IBM maakt de resultaten bekend van een wereldwijd onderzoek onder bijna 1400 kleine en middelgrote bedrijven (MKB). De energiekosten worden daarin door deze bedrijven de “grootste kostenverhogende factor” genoemd, daarmee medische kosten, salarissen, huur en apparatuur achter zich latend. Nu de energiekosten stijgen, zegt 58 procent van de MKB-ers over de hele wereld zich zorgen te maken over het milieu en heeft 44 procent een milieubeleidsplan in werking gesteld.
Het onderzoek, waarbij bedrijven met tussen de 50 en 500 werknemers in acht landen werden geïnterviewd, laat zien dat de meeste bedrijven zich zorgen maken om het milieu en maatregelen nemen om de kosten voor energie terug te dringen. Maar minder dan hun niet-Amerikaanse tegenhangers zijn Amerikaanse bedrijven geneigd om op basis van die zorgen ook daadwerkelijk energiebesparende maatregelen te nemen. Bovendien zijn Amerikaanse bedrijven minder goed op de hoogte van de mate waarin hun IT-systemen bijdragen aan hun totale energiekosten. Wat hun drijfveer ook is: wereldwijd is het merendeel van de kleine bedrijven inmiddels begonnen met het aanbrengen van veranderingen, hoe klein die ook mogen zijn. Zo wordt er meer energiebesparende verlichting gebruikt en wordt apparatuur 's avonds vaker uitgezet. Maar de meeste bedrijven zijn ook huiverig voor de meer verregaande beslissingen – zoals verhuizen naar een "groen" gebouw, gebruik van hybride auto's of installatie van zonnepanelen – met één uitzondering: de IT.
Uit het onderzoek van IBM blijkt dat 55 procent van de ondervraagde MKB-ers actief maatregelen neemt voor het verminderen van het energieverbruik van hun informatietechnologie, zoals aanschaf van zuinigere technologie, consolidatie van servers en evaluatie van servergebruik en -performance. Volgens een recente schatting van IDC wordt er voor elke dollar die wordt gespendeerd aan IT, 50 cent uitgegeven aan de bijbehorende energiekosten.(1)
"Kleine en middelgrote bedrijven hebben weliswaar uiteenlopende redenen om hun energieverbruik terug te dringen, maar het belangrijke is dat deze bedrijven actie ondernemen," aldus Steve Solazzo, general manager Global Midmarket Business van IBM. "Het afstemmen van zakelijke en milieutechnische belangen onderstreept dit belangrijke punt: groene business is goede business geworden."
Een voorbeeld van een klein bedrijf dat zich voor het terugdringen van de energiekosten richt op technologie is Oceanic Worldwide, een Californische leverancier van SCUBA-duikuitrusting. Met hulp van Meridian IT, een IBM Business Partner, wist dit bedrijf zijn IT-omgeving te consolideren en de efficiency te vergroten. Op die manier konden de energiekosten voor het gebruik van de technologie worden verlaagd.
"Door de aard van ons bedrijf kunnen wij uit de eerste hand zien welke impact de maatschappij op het milieu heeft," zegt Paul Elsinga, de CIO van Oceanic. "Dus het feit dat we veranderingen in onze IT-omgeving konden aanbrengen die niet alleen kosten bespaarden maar ook nog goed waren voor het milieu, was erg belangrijk voor ons."
Enkele belangrijke uitkomsten van het onderzoek:
Wereldwijd gold energie als de belangrijkste kostenverhogende factor voor MKB-ers, gevolgd door salarissen, kantoorapparatuur, huur en gezondheidszorg. Voor SMB's in de V.S. was energie de afgelopen twee jaar samen met gezondheidszorg de grootste kostenverhogende factor.
Van de MKB-ers gaf 58 procent aan dat hun bedrijf "zich zorgen maakt over het milieu". Bij deze 58 procent was er in driekwart van de gevallen een milieubeleidsplan van kracht.
Als het erom gaat of de zorgen van bedrijven over het milieu van invloed zijn op hun beslissing om hun eigen energieverbruik terug te dringen, antwoordde 52 procent van de niet-Amerikaanse bedrijven dat het milieu daarop van invloed was, tegenover slechts 38 procent van de MKB-ers in de V.S.
Buiten de V.S. gaven bijna tweemaal zoveel MKB-ers aan dat energiezuinigheid een belangrijk aankoopcriterium voor IT-apparatuur was (48 procent voor de niet-Amerikaanse bedrijven tegenover 26 procent van de Amerikaanse).
Van de Amerikaanse MKB-ers wist meer dan 40 procent niet voor welk deel hun IT-systemen verantwoordelijk waren voor hun totale energiekosten, tegenover slechts 28 procent van de MKB-ers buiten de V.S.
Wereldwijd heeft 55 procent van de ondernemingen minimaal één van de volgende maatregelen genomen om de energiekosten voor de IT te reduceren: – Aanschaf van IT-systemen die zuiniger zijn met energie (33 procent) – Consolidatie van servers (22 procent) – Evaluatie van servergebruik en -performance (22 procent).
Kom in actie
IBM's inspanningen voor "groene IT" richten zich op het wegnemen van de barrières die voorkomen dat MKB-ers op een energiebesparende, milieuvriendelijke manier omgaan met IT. Daartoe biedt IBM financieel aantrekkelijke, gemakkelijk te implementeren alternatieven aan. IBM spoort kleine en middelgrote bedrijven aan de volgende maatregelen te nemen om hun IT-systemen energiezuiniger te maken:
1. Maak energiezuinigheid tot een prioriteit bij de aanschaf van nieuwe IT-systemen.
2. Consolideer IT-systemen. Virtualisatietechnieken maken het mogelijk de omvang van de IT-systemen te verkleinen door resources van meerdere systemen te "poolen", zodat u meer rekenkracht krijgt uit minder systemen.
3. Stel een plan op voor het op een veilige en duurzame manier recyclen van IT-apparatuur. Het gebruik van gecertificeerde recyclingservices garandeert dat alle gegevens volledig worden gewist en dat de systemen niet hoeven te worden vernietigd, maar kunnen worden hergebruikt, opnieuw verkocht en gerecycled.
Voor meer details over dit onderzoek, voor tips over manieren waarop kleine bedrijven energie kunnen besparen en voor meer informatie over de hulp die IBM kleine bedrijven kan bieden bij het vergroten van de energiezuinigheid van hun technologie, gaat u naar de online press kit.
Onderzoeksmethodiek
Er is een telefonische enquête gehouden onder 1373 MKB-ers. In de V.S. vonden de gesprekken plaats tussen 9 en 19 oktober 2007, internationaal tussen 12 en 19 oktober 2007. Er waren 500 respondenten in de V.S. en 873 respondenten in Australië, India, Frankrijk, Brazilië, Duitsland, de Benelux en China. Om in aanmerking te komen voor het onderzoek, moest de respondent degene zijn die voor het bedrijf in kwestie regelmatig beslissingen neemt ten aanzien van de aanschaf van IT en energie. De resultaten kunnen worden gekwalificeerd als representatief, met een betrouwbaarheidsniveau van 95 procent en een foutmarge van +/- 3 procent.
