De Sociaal-Economische Raad (SER) wijst bedrijven en organisaties erop om zich tijdig voor te bereiden op de invloed van artificiële intelligentie (ai) op banen. De keuzes die nu worden gemaakt, zullen bepalend zijn voor de manier waarop ai bijdraagt aan brede welvaart, of juist de ongelijkheid en de werkdruk vergroot. De raad deelt vier aanbevelingen.
SER-voorzitter Kim Putters benadrukt dat de mens centraal moet blijven staan in de opkomst van ai en dat werknemers actief betrokken moeten worden bij de implementatie van ai. In het rapport Ai en Werk geeft de SER adviezen om ai verantwoord en effectief te integreren in de arbeidsmarkt.
De SER is een adviesorgaan dat de regering en het parlement adviseert over sociaal-economisch beleid. Het advies is in ontvangst genomen door staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering Zsolt Szabó (zie foto). Die meldt dat hij veel aanknopingspunten ziet met de Nederlandse Digitaliseringsstrategie die hij binnenkort zal presenteren, zoals het versnellen van ai-initiatieven binnen de overheid en het aantrekken en behouden van technische vakmensen.

In het rapport Ai en Werk doet de SER vier hoofdaanbevelingen:
#1 Zet de mens en waardig werk centraal
‘Door ai veranderen taken en werkprocessen, zal nieuw werk ontstaan en sommige banen zullen verdwijnen. Proactieve sturing door bedrijven, organisaties en overheden is cruciaal om ai verantwoord en effectief in te zetten’, aldus de SER. De raad adviseert om werknemers in een vroeg stadium bij de implementatie en ontwikkeling van ai te betrekken. ‘Menselijke waardigheid, zeggenschap en training van werkenden moeten centraal staan. Menselijk toezicht op ai-toepassingen moet zorgvuldig worden geregeld.’
#2 Overheid, neem de regie op verdeling en zekerheid
‘Ai kan in bepaalde sectoren of beroepen ontwrichtend zijn. Dat kan zorgen voor nieuwe ongelijkheid of druk op de sociale samenhang’, waarschuwt de SER. De overheid moet daarom actief onderzoeken en monitoren wat de inzet van ai betekent voor werk, inkomensverdeling en sociale zekerheid, stelt de raad. ‘We moeten nú nadenken over een eerlijke verdeling van kansen en opbrengsten, zodat ai niet leidt tot een nieuwe tweedeling in de samenleving.’
#3 Blijf samen leren en ontwikkelen
‘Overheid, onderwijs en werkgevers moeten samen actiever aan de slag met scholing, bijscholing en een leven lang ontwikkelen. Dat is cruciaal om mensen mee te nemen in de digitale transitie’, schrijven de adviseurs. Werkgevers hebben de verantwoordelijkheid om werkenden een passend leeraanbod te geven, waar zij ook zelf actief mee aan de slag moeten. De overheid moet goede digitale basisvaardigheden voor alle groepen in de samenleving ondersteunen, zodat iedereen gelijke kansen krijgt, stelt de raad.
#4 Investeer fors in ai-innovatie, onderzoek en Europese samenwerking
‘Er zijn investeringen nodig om internationaal concurrerend te blijven én strategisch autonoom te zijn. Overheid en bedrijfsleven dienen meer te investeren in wetenschap, onderzoek, de digitale infrastructuur en innovatie. Nederland moet, samen met Europa, kunnen meekomen in de internationale ai-ontwikkeling.’ De SER adviseert om het midden- en kleinbedrijf (mkb), waar ai nog beperkt wordt toegepast, praktisch te ondersteunen. ‘Zo moet de overheid zorgen dat bedrijven in een netwerk met elkaar ervaringen en kennis uitwisselen. De vele al bestaande initiatieven behoren daar een plek in te krijgen. Daarnaast moeten startende en groeiende ai-bedrijven de ruimte krijgen te ontwikkelen en op te schalen. Betere randvoorwaarden, zoals toegang tot financiering, zijn hiervoor nodig’, aldus de raad.
Volle impact van ai niet duidelijk
De exacte impact van ai op werk is volgens de adviseurs lastig te voorspellen omdat de technologie nog volop in ontwikkeling is. De raad benadrukt dat de effecten sterk afhankelijk zijn van de specifieke toepassing: sommige ai-oplossingen hebben een beperkte invloed, zoals junkmailfilters, terwijl andere grotere gevolgen kunnen hebben, zoals vertaalmodellen die de vraag naar vertalers verminderen of automatiseerstools die de aard van werk verandert. Bovendien speelt de context, waarin ai wordt ingezet, een cruciale rol bij de uiteindelijke impact op de arbeidsmarkt.
Realistische verwachtingen
De SER benadrukt het belang van realistische verwachtingen. ‘Het is niet waarschijnlijk dat ai uitdagingen volledig kan oplossen en ai moet daarom niet gezien worden als een wondermiddel.’ Zo zijn er ai-toepassingen die de arbeidsproductiviteit verbeteren op het gebied van individuele taken, maar ai kan niet bij alle taken worden gebruikt. Ook komen er door het gebruik van ai vaak weer nieuwe taken bij, zoals het controleren van de uitkomsten van een ai-toepassing.
Verder zijn niet alle ai-toepassingen gericht op het verbeteren van de productiviteit en kunnen de productiviteitswinsten per toepassing sterk verschillen. ‘De effecten moeten daarom ook niet worden overschat. De achterblijvende productiviteitsgroei in Nederland maakt het echter wel belangrijk om de mogelijkheden van ai te benutten daar waar het kan’, besluit de raad.