Slechts 9 procent van alle ict-projecten wordt op tijd en binnen budget opgeleverd. Volgens adviesbureau Ernst & Young komt dat omdat organisaties de voortgang en het eindresultaat nauwelijks meten. ‘Automatisering is iets wat je overkomt’ luidt hun slotsom.
Begin jaren tachtig publiceerde professor Jan Oonincx de studie Waarom falen informatiesystemen nog steeds?. Hij somde daarin zo’n beetje alle redenen op die je kunt bedenken voor het stuklopen van ict-projecten. Volgens Paul van Kessel, onderzoeker bij Ernst & Young en hoogleraar accountancy aan de Katholieke Universiteit Brabant, heeft dit overzicht vandaag de dag nog immer geldigheidswaarde. "Maar", stelt hij, "de belangrijkste reden dat het bedrijven niet lukt om binnen budget en tijdsplanning ict-projecten te realiseren, is dat er nauwelijks gemeten wordt."
Ict-leveranciers in Nederland krijgen gemiddeld het rapportcijfer 6,41 (index 100). |
Bevriezen
Van Kessel constateert dat organisaties vooraf wel juridische contracten sluiten over leveringsvoorwaarden, maar dat ze met de leveranciers geen afspraken maken over hoe de verschillende fases van het software-ontwikkeltraject moeten verlopen. "Juist in deze fases worden vaak aanpassingen uitgevoerd door voortschrijdend inzicht," merkt hij op. "Deze afspraken maken echter bijna nooit deel uit van het contract. Hier is een rol weggelegd voor bijvoorbeeld een auditor die ervoor zorgt dat dit formeel wel wordt geregeld."
Hij beveelt tevens aan om het functioneel ontwerp te bevriezen zodat achteraf bekeken kan worden of de afspraken die aan het begin van de rit zijn gemaakt, zijn nagekomen. Maar, voegt Van Kessel er aan toe, dit betekent niet automatisch dat de tijds- en budgetlimieten dan niet meer worden overschreden. Wel kunnen later conflicten en een gang naar de rechter voorkomen worden.
Een verklaring voor het nauwelijks meten bij ict-projecten is dat het vaak om lastig meetbare materie gaat. Volgens Van Kessel zijn ict-projecten niet te vergelijken met andere activiteiten waarvoor externe hulp wordt ingeschakeld, zoals schoonmaak of catering. "Dat zijn kleinschalige, zichzelf repeterende, niet-complexe projecten. Bij ict-projecten daarentegen, met name nieuwbouw, is de praktijk vaak weerbarstiger dan verwacht. Je kunt nu eenmaal niet op regelcodes factureren."
Van Kessel wijst er verder op dat het software-ontwikkelingsproces nog lang niet volgroeid is, zoals uit het Capability Maturity Model blijkt. "Dit model bestaat uit vijf gradaties voor softwareontwikkeling. Het merendeel van softwareprojecten bevindt zich nog slechts in fase 1 tot 3. Er zijn slechts enkele voorbeelden, vooral bij Nasa en Defensie-onderdelen, die in fase 4 of 5 zitten, waarin alles meetbaar is gemaakt."
Opportunistisch
De resultaten in het jaarboek Trends in ICT 2001 zijn voortgekomen uit een enquête die Ernst & Young hield onder 650 bedrijven. Gezien het minieme slaagpercentage van ict-projecten wekt het nauwelijks verwondering dat de ondervraagde bedrijven matige tot slechte rapportcijfers uitdelen aan de ict-leveranciers. Het gemiddelde rapportcijfer is een zuinige voldoende (6,4). Drie van de vijf bedrijven geeft aan van leverancier te willen wisselen of dat reeds gedaan te hebben. Veelgehoorde klachten zijn het gebrek aan kennis over de activiteiten van klanten, de onwil om risico’s te delen en het gebrek aan lef om ‘nee’ te durven zeggen tegen zaken die ze eigenlijk niet aan kunnen. Bijna driekwart van de ondervraagden vindt dat ict-leveranciers eerder opportunisten dan realisten zijn.
Merkwaardig genoeg vormen al deze negatieve aspecten voor ondernemers geen belemmering om de komende jaren de handrem op ict-investeringen te zetten. Ruim 60 procent van de geënquêteerden geeft aan dat het de ict-investeringen in de komende twee jaar hoogstwaarschijnlijk zal verhogen, met name gericht op e-handel en efficiëntieverbeteringen. Dit kan te maken hebben met de groeiende opvatting onder bedrijven dat ict van strategisch belang is, zoals de onderzoekers hebben gemerkt in vergelijking met de voorgaande trend-onderzoeken.
De deur uit
Een andere opvallende uitkomst van het onderzoek is dat het aandeel van de omzet dat via e-handel wordt binnengehaald gemiddeld slechts 7 procent bedraagt. Bovendien is niet meer dan 6 procent van de websites geïntegreerd in de bedrijfsprocessen. Nadat de hooggespannen verwachtingen omtrent de internet-consumentenmarkt al niet uit waren gekomen, blijkt nu ook het succes van het business-to-business-segment tegen te vallen. Belangrijkste rem is de onveiligheid van internet. Desalniettemin spreekt het onderzoeksteam de voorspelling uit dat in de nabije toekomst de groei van e-handel explosief zal zijn. Ook voorspelt het team dat uitbesteding in Nederland de komende jaren eindelijk zal doorbreken, bijvoorbeeld doordat het beheer van de internetomgeving op grote schaal de deur uitgedaan zal worden.