PARIJS – De Internationale Kamers van Koophandel (ICC) hebben basisprincipes en richtlijnen opgesteld voor interactieve marketing-communicatie. Hiermee proberen ze reclame, promotie en andere vormen van marketing via Internet, online-diensten en elektronische netwerken aan een gedragscode te onderwerpen. Zowel consumenten als marktpartijen hebben er uiteindelijk de meeste baat bij dat een elektronische omgeving ontstaat waarin de afnemers van produkten en diensten het volste vertrouwen hebben.
De nieuwe richtlijnen van de ICC hebben ten doel het vertrouwen van de brede massa in de marketing via de nieuwe interactieve systemen te vergroten. Bovendien kan zo een optimale vrijheid voor adverteerders worden gewaarborgd. Voorkomen dient te worden dat overheden een reden krijgen om in te grijpen en allerlei knellende regels uit te vaardigen.
Te allen tijde moeten de reclamemakers zich houden aan de wetten van het land van waaruit de reclameboodschap oorspronkelijk komt. Bij reclame- of marketingboodschappen moet ook rekening worden gehouden met een zekere maatschappelijke verantwoordelijkheid. De ICC roept ook op de normen te hanteren die horen bij het behoorlijk zaken doen. De marketingboodschappen mogen het publieke vertrouwen in marketing, reclame, adverteerders, reclamebureaus of de media ook niet schaden.
Identiteit bekendmaken
Volgens de eerste richtlijn moeten ondernemingen die via Internet zaken proberen te doen, altijd hun identiteit bekendmaken. Het moet glashelder zijn met wie men te doen heeft. Gebruikers van interactieve diensten die verstoken wensen te blijven van ongevraagde commerciële boodschappen, moeten met rust gelaten worden. Als voor bepaalde elektronische diensten extra moet worden betaald, dan dient dat van te voren duidelijk kenbaar te worden gemaakt. Bij elektronisch zakendoen moet de klant ook een bevestiging ontvangen van de bijzonderheden rond de aankoop. De klant moet bovendien de tijd krijgen deze boodschap tot zich door te laten dringen.
Openbare (nieuws-)groepen en forums moeten vrij van commercie blijven, tenzij het karakter van die plaatsen dat toelaat of de systeembeheerder daarvoor toestemming heeft gegeven. De ICC vraagt de marketing-mensen verder de privacy van de consument te respecteren en rekening te houden met het feit dat zeer uiteenlopende bevolkingsgroepen reclame-boodschappen onder ogen kunnen krijgen. Wat in het ene land toelaatbaar is, kan elders als aanstootgevend worden gezien. Ten slotte wordt de richtlijn meegegeven dat marketing-organisaties zich geen toegang verschaffen tot gegevens die zich bevinden op de computer van de gebruiker, zonder uitdrukkelijke toestemming. Corr.