Het kabinet kan zich bij de stimulering van het IT-gebruik het beste richten op de groep bedrijven die zich laat omschrijven als ‘doorgroeiers’. Deze ondernemingen maken wel al ruim gebruik van IT, maar hebben vooral veel plannen daarvoor. Ze zien zichzelf als sterk innovatief en proberen de exportmarkten te veroveren.
Dit is de voornaamste conclusie van een EIM-onderzoek naar IT-gebruik in drie uiteenlopende sectoren van de industrie, de dienstensector en de groothandel. De doorgroeiers ervaren bij de toepassing van IT de meeste knelpunten. De voornaamste hindernissen zijn technische problemen met hardware en software, tegenvallende IT-dienstverlening en de opleiding van medewerkers.
Driedeling
Het onderzoeksbureau, dat zich vroeger vooral op het mkb richtte maar nu een breder terrein bestrijkt, constateert een driedeling in het IT-gebruik. Gesproken wordt van minimalisten, geconsolideerden en doorgroeiers.
Minimalisten gebruiken niet alleen weinig IT, maar hebben daar ook weinig plannen voor. Het zijn de kleinere bedrijven met ‘ingesleten’ productiepatronen, die vaste klantenrelaties hebben en hoofdzakelijk opereren op de binnenlandse markt. Geconsolideerden maken veel gebruik van IT, maar hebben weinig plannen. Vaak gaat het hier om grotere bedrijven die veelal een leidende marktpositie innemen en die sterk op de export zijn gericht.
De doorgroeiers staan ook het meest open voor externe steun bij het toepassen van IT. Ongeveer 40 procent van de Nederlandse bedrijven behoort tot die categorie. Knelpunten in de IT-dienstverlening worden vooral ervaren doordat deze niet voldoet aan de verwachting. Kosten en tijdplanning bijvoorbeeld lopen vaak uit de hand. In de chemische, kunststofverwerkende en rubberindustrie zou een kwart van de bedrijven eerder IT-oplossingen hebben doorgevoerd als er betere ondersteuning was geweest door de IT-leveranciers. Ook opleiding vormt een groot knelpunt. Ondernemingen ervaren opleiding als kostbaar, en de afstemming ervan op IT-toepassingstrajecten is vaak niet doelmatig. De bewustwording groeit dat die afstemming cruciaal is en dat verbetering daarvan betere resultaten oplevert.
Innovatief
Doorgroeiers en geconsolideerden zeggen dat ze innovatief zijn. Zij geven zichzelf de hoogste cijfers in product- en procesinnovatie. Uit beide groepen is 60 procent van de bedrijven ervan overtuigd dat IT innovatie mogelijk maakt. Bij de minimalisten is dit slechts een kwart.
Doorgroeiers ervaren IT het meest als kostenbesparend. Slechts 30 procent van de minimalisten maakt gebruikt van IT in de communicatie met de klant, terwijl dit bij de geconsolideerden de helft is en bij de doorgroeiers bijna 60 procent. Het gaat hierbij om toepassingen als edi.
De enorme verschillen in de manier waarop bedrijven IT ervaren en de knelpunten die zij daarbij tegenkomen, moet de overheid te denken geven. Het EIM raadt aan het beleid op deze verschillende groepen toe te snijden. Daarbij verdienen de doorgroeiers de meeste aandacht. Beleidsmakers kunnen aan de hand van de driedeling effectiever stimulerende maatregelen nemen door zich op die categorie te richten. Daarnaast moeten ze zich richten op de doorzichtigheid en de kwaliteit van de IT-dienstverlening.